42 van de wegbelijning (i.v.m. de estetiek en de veiligheid van de weg), op automatische wijze perspectief-tekeningen van de weg, zoals de automobilist deze zal zien, worden gemaakt. Zie figuur 8, welke auto matisch in de Calcomp, gestuurd door de Zebra (I .T. C.)is gekaarteerd. Aan de hand van de profielen, de perspectieven en de volume berekening kan thans het definitieve ontwerp worden gemaakt. Wanneer hiertoe echter het voorlopig ontwerp essentieel moet worden gewijzigd dan staat men voor het vervelende feit dat nieuwe profiel-metingen nodig zijn, m.a.w. de laatste fasen moeten geheel worden herhaald. Méér flexibiliteit is mogelijk wanneer het betrokken terrein gedeelte geheel analytisch, als zgn. „digitaal terrein model", in de computer zou zijn vastgelegd, d.m.v. een zeer groot aantal, liefst karakteristieke, punten van het terrein, waarvan de coördinaten dus (fotogrammetrisch) moeten worden bepaald. De computer zou dan allerlei mogelijke varianten voor het definitieve ontwerp automatisch dóór kunnen rekenen en onderling vergelijken. Het idee van het „digitaal terrein model" (D.T.M.) is van Miller (M.I.T., 1957) en in vele landen (Zweden, Duitsland, Engeland, Frankrijk) bestaan reeds, min of meer experimentele, D.T.M.-s. Het Zweedse D.T.M.bijvoorbeeld, heeft 100-150 punten per ha. Op de optimale vorm van het D.T.M. wordt nog verder gestudeerd. In Zweden wordt, vóór elk fotografisch seizoen, een testveld (Ölandsfield) gefotografeerd ter bepaling van de systematische fouten in de radiale vertekening van de te gebruiken camera's, waarvoor achteraf, nl. in de computer tijdens de transformatie van de A8-modelcoördinaten, numerische correcties worden aangebracht. De integratie van fotogrammetrie, elektronische berekeningen, automatische kaarteringen, inclusief die van perspectieven, wordt 4 TYPE =6 PH =1000 RV =50000 LI =186 L2 =620 Fig. 8.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 44