43 door de wegenbouwers in het algemeen zeer geapprecieerd. Ineen publicatie voor het Lausanne Congres, bepleit Brunnthaler (Hansa Luftbild) het gebruik van orthofoto's op schaal i2000 (uit opnamen 15600, vlieghoogte 840 m) met hoogtelijnen (ont leend aan dropped lines) om de meter. Hiermee kan, volgens Brunthaler, het voorlopig ontwerp worden gemaakt, terwijl de profielmetingen kunnen worden uitgevoerd in de stereo-modellen van de oorspronkelijke opnamen (1 5600). 4.2 Fotogrammetrie t.b.v. klein-schalige kaarteringen (150.000- 1100.000). Hierboven werd reeds het voorstel van Jerie vermeld om voor de snelle openlegging en inventarisatie van zeer grote ontwikkelingsgebieden (zoals bv. Saudi Arabië) orthofoto-kaarten met hoogtelijnen te maken, uit opnamen 1100.000-1120.000. Zelfs wanneer men met een brandpunt afstand van circa 9 cm werkt (voorgesteld is de supergroothoek afstand met brandpunts afstand van 85 a 90 mm), zijn hiertoe speciale vliegtuigen (jets) nodig, met een zeer hoog plafond (ten minste 10 km). Voor de snelst mogelijke kaartering van het gehele gebied is het essentieel om een minimum aantal modellen, dus zo klein mogelijke fotoschaal, te hebben. De niet-geannoteerde orthofotokaarten, met hoogtelijnen, worden beschouwd als de eerste fase van de kaartering. In een tweede en derde fase kunnen de orthofotokaarten worden geanno teerd met gegevens verkregen uit topografische fotointerpretatie van de oorspronkelijke, resp. nieuwe (groter-schalige) opnamen (onder de spiegel-stereoscoop)resp. aangevuld met gegevens verkregen uit een terrein-verkenning. In een laatste fase kunnen uit de orthofoto-kaarten gewone lijnkaarten worden verkregen, door gebruik te maken van de scribing methode zoals ook toegepast door de Topografische Dienst, Delft. Een probleem is natuurlijk dat in dergelijke ontwikkelings gebieden meestal geen, of alleen een zeer beperkte, meetkundige grondslag aanwezig is. Men zou daarom astronomische punten (om de, bv., 100 km) kunnen bepalen als raamwerk t.b.v. een aero- triangulatie, ter verkrijging van de nodige planimetrische paspunten. De hoogte-paspunten zouden aan de registraties van een Airborne Profile Recorder (A.P.R.) kunnen worden ontleend, wanneer hiertoe met een relatief lage vlieghoogte, over de dwars-overlappen tussen de stroken (en loodrecht daarop, ten einde een rooster-patroon te vormen) wordt gevlogen. Dit is de methode die de I.G.N. (onder contract met de Algerijnse regering) uitvoert t.b.v. de kaartering van de Sahara, op schaal 1200.000, uit RC 9-opnamen 1 90.000. I.p.v. astronomische punten, zou men in vele gevallen misschien beter Aerodist kunnen gebruiken t.b.v. de trilateratie van een drie- hoeksnet met zijden van 100-200 km. Aerodist is een „airborne" tellurometer systeem, met een nauwkeurigheid van ongeveer 1 op 100.000. In Canada en Australië is veel ervaring opgedaan met dit systeem dat veel goedkoper en handzamer is dan het oude Shoran- systeem. (Prijs Aerodist75.000 voor een systeem met 6 veld-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 45