46 metrische nauwkeurigheid van kleuropnamen thans praktisch gelijk is aan die van de huidige zwart/wit opnamen. Tijdens de C. and G.S.-experimenten (1963) slaagde Kodak er in de Ektachroom filmpositieven ook op glasplaten (met omkeer- emulsie) af te drukken. De C. G.S. gebruikt deze platen thans direct voor aerotriangulatie zowel als kaartering. Ook papier af drukken kunnen worden vervaardigd. Frederiksson meldt dat de stereo-operators het werk met kleurenfoto's minder vermoeiend vinden, Denzler vermeldt het tegengestelde. Mott (Huntings) is vóór het gebruik van kleumegatieven als opnamemateriaal (inclusief het gebruik van omkeerfilm, dat dan echter slechts één maal zou moeten worden ontwikkeld, dus tot kleurnegatief i.p.v. tot kleurpositiefomdat er dan nog ruimte is om de kwaliteit van de in het stereo instrument te gebruiken kleur positieven wat te verbeteren. De opname (de emulsie is snel werkend) en de ontwikkeling (die op verre bases moeilijk in de hand is te houden) zijn dan minder kritisch. Ook het maken van kleur- afdrukken op papier en van glasdiapositieven is dan goedkoper (het foto materiaal is goedkoper en het werk, zonder de omkeer stappen, is eenvoudiger). Volgens Mott leert de ervaring dat, wanneer de atmosferische omstandigheden (wolken, heiigheid) goed zijn voor zwart/wit op namen, ze dit ook zijn voor kleuren. Over de mogelijkheden tot betere „topografische" foto-inter pretatie van kleuropnamen bestaan nog weinig informaties. Alleen de Coast and Geodetic Survey heeft positieve resultaten (Swanson „considerably less fieldcompletion is needed"), maar dat houdt uiteraard verband met het feit dat op de kaarten van de C. G.S. veel „man made" details, zoals navigatiebakens, gekaarteerd moeten worden. „Man-made" details vallen nl., in verband met hun „onnatuurlijke" kleuren, in kleuropnamen veel meer op. Vroeger, met zwart/wit fotografie moesten al die bakens, enz., door naverkenning worden opgespoord, thans veel minder. Op het ogenblik wordt 60% van alle luchtfotografie voor de C. G.S. in kleuren opgenomen (Phot. Eng. March 1968). Swanson vermeldt reeds in 1964 dat de U.S. Geological Survey uitgebreide proeven uitvoert met kleurenfotografie t.b.v. de productie van topografische kaarten op schaal 124.000. Dat de U.S.G.S. hierover nog nooit heeft gepubliceerd, wekt geen hoge verwachtingen t.a.v. de positieve resultaten hiervan. Wèl valt te verwachten dat toepassing van kleurenfotografie ten behoeve van groot-schalige stedelijke kaarteringen goede vruchten zal afwerpen: de vele man-made details zoals straatmeubilair e.d. moeten hierop bepaald beter zijn te identificeren dan op zwart/wit opnamen. Hierover zijn binnenkort publicaties te verwachten van in Engeland verkregen resultaten, nl. door de Ordnance Survey en door Fairey's (W. P. Smith).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 48