48
het (tweemaal) gefotografeerde deel van het voorwerp of terrein te
bepalen.
Daartoe wordt het voorwerp geidealiseerd tot een verzameling
punten in een mathematische „voorwerpsruimte". De fotografische
opneming van het voorwerp op een opname wordt geidealiseerd tot
een centrale projectieve afbeelding op een plat vlak dat samenvalt
met de gevoelige laag van het fotografisch materiaal.
Het centraal projektieve model is natuurlijk slechts een primitief
model dat geenszins een volledige beschrijving geeft van het natuur
kundig-chemisch proces dat de afbeelding van het voorwerp op een
opname teweegbrengt. Immers tengevolge van de invloed van de
idealisatie van het voorwerp, refraktie, lensvertekening, idealisatie
van de afbeelding, filmwerking enz. zal in het algemeen tussen
voorwerp en opname geen zuiver centraal projektief verband be
staan. Het centraal projektieve model geeft nochthans een goede
approximatie en heeft het grote voordeel dat het met eenvoudige
formules te beschrijven is.
In figuur i is een willekeurig punt P van een voorwerp, een pro-
jektie-centrum o en de projektie p van het voorwerpspunt P op een
plat vlak (projektievlak) getekend.
Verder zijn drie rechthoekige en gelijkgerichte assenstelsels ge
tekend. De Z-as van het X, Y, Z-assenstelsel valt samen met de
vertikaal door een bepaald punt van het voorwerp. Het U, V, W-
assenstelsel is evenwijdig met het X, Y, Z-assenstelsel. De oorsprong
van het U, V, W - en van het x, y, z-assenstelsel valt samen met
het projektie-centrum o. De z-as van het x, y, z-assenstelsel staat
loodrecht op het projektievlak en de y-as is gelegen in het vlak VoW.
Het x, y, z-assenstelsel en het vast daaraan verbonden pro
jektievlak draaien we in gedachten zodanig dat de x -, de y - en
Z
z. IV
h
X
Fig. i.