55 baar om een vaste as. De instelbare liniaal c is evenwijdig met de verbindingslijn van deze assen. De liniaal d is met de liniaal b en met een hulpliniaal zodanig (draaibaar) verbonden dat zij steeds evenwijdig is met de reeds eerder genoemde verbindingslijn. Door vier van deze rekenmechanismen op een bepaalde manier onderling te koppelen (figuur 6) wordt een mechanische analoge rekenmachine verkregen voor het oplossen van het stelsel be trekkingen (i8, 19 en 20). Verbinden we aan elke plaatdrager van een stereo-komparator een dergelijk mechanisme, dan vormt deze kombinatie een kaarte- ringsinstrument met een mechanisch „mathematisch" projektie- systeem. Het beschreven instrument blijkt identiek te zijn met de zoge naamde Topocart van de Firma Zeiss (Jena). We volstaan met het geven van een tweetal afbeeldingen van het instrument (figuur 7 en 8). Voor verdere informatie over dit instrument verwijzen we naar de literatuur [4]. In figuur 9 is een instrument getekend dat een zeer grote gelijk enis vertoont met het bovenbeschreven instrument en dus met de Topocart. Het is in 1952 ontwikkeld door Meyer, Meetkundige Dienst, Delft. Een beeldenpaar met een mechanisch „mathematisch" projektie- systeem heeft 1. een vast waarnemingssysteem; 2. horizontale plaatdragers 3. geen kontra-gewichten 4. een licht gewicht 5. een kompakte bouw. Onder de koördinatograaf, die naast een beeldenpaarinstrument is geplaatst, bevindt zich een ruimte die in het algemeen nooit wordt benut. Een beeldenpaarinstument met een mechanisch „mathematisch" projektie-systeem kan echter in deze ruimte wor den ondergebracht. Het instrument neemt dan een minimum aan vloeroppervlakte in beslag. Dit is vooral een groot voordeel indien op een kleine vloeroppervlakte een groot aantal fotogrammetrische instrumenten moet worden opgesteld. Wij denken daarbij ook aan automatische koördinaten-registratie- apparatuur. Een bezwaar van het plaatsen van het waarnemingssysteem en van het rekenmechanisme in de ruimte onder de koördinatograaf is dat de plaatdragers moeilijk bereikbaar zijn. De tijd die nodig is om opnamen op de plaatdragers te leggen is echter een fraktie van de tijd die nodig is om een opnamenpaar uit te werken. Dit bezwaar weegt dan ook niet op tegen het voordeel dat vloeroppervlakte is bespaard. Tenslotte wijzen we nog op het oriënteren van een opnamenpaar

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 57