59
de prijs enigszins te drukken een relatief eenvoudige rekenmachine
geïnstalleerd wordt, terwijl om het systeem volledig tot zijn recht
te laten komen een grote computer nodig is.
Er zijn op het ogenblik twee tussenvormen verkrijgbaar, dit zijn
de Analytical Plotter AP/C van OMI-Bendix en de ITEK-Zeiss
geautomatiseerde Planimat. Beide systemen zijn duidelijk ,,nog
niet af", de AP/C heeft geen correlatoren en bij de Planimat is
geen automatische oriëntering mogelijk. Verdere ontwikkelingen
van de AP/C zijn er al wel, maar ze zijn nog niet verkrijgbaar.
Het is bijzonder moeilijk om in dit stadium iets over de bruik
baarheid van geautomatiseerde systemen te zeggen. De systemen
zijn op het ogenblik duidelijk nog te duur voor een algemene toe
passing in de normale practijk. We moeten echter wel bedenken,
dat deze instrumenten nog niet aan een serieproductie toe zijn en
dat bovendien de ontwikkelingskosten er nog zwaar op drukken.
Wanneer we daarnaast nog in aanmerking nemen dat de algemene
tendens is, dat electronica goedkoper wordt (en mechanische con
structies juist duurder), dan kunnen we verwachten dat de prijzen
van de geautomatiseerde systemen lager zullen worden. Het is
echter onmogelijk om hierover voorspellingen te doen.
De producenten van klassieke fotogrammetrische apparatuur
hebben echter nog steeds vertrouwen in de toekomst, hetgeen wel
zal blijken uit het volgende overzicht van nieuw ontwikkelde
instrumenten.
Comparator en en puntoverdrachts-apparatuur
Wanneer het aantal verschillende typen van een instrument dat
verkrijgbaar is, een maat is voor de markt die er voor dat instrument
bestaat, dan moet er wel zeer veel belangstelling bestaan voor com-
paratoren. Iedere firma heeft nu namelijk of een monocomparator
öf een stereocomparator in het productie-programma opgenomen,
of zelfs beide. Bijzonder verheugend is het daarbij, dat men ook
de noodzaak gaat inzien van goede puntoverdrachts- of punt-
markerings-apparatuur. Interessant daarbij is, dat zo'n apparaat
tegenwoordig blijkbaar aardig duur mag zijn.
Allereerst wil ik nu een monocomparator bespreken, die welis
waar niet op de tentoonstelling te zien was, maar waarvan de
conceptie een bespreking zeker rechtvaardigt. Het betreft hier de
„Self-Calibrating Multilaterative Plate Comparator" van D. Brown
Associates, Melbourne, Florida, U.S.A. Dit instrument is gebaseerd
op het principe van de poolcoördinatograaf, maar alleen de afstand
tot de pool wordt gemeten en niet het argument. In zekere zin is
het instrument dus het complement van een radiaaltriangulator.
Om toch een berekening van rechthoekige coördinaten mogelijk te
maken, moet ieder punt meerdere malen aangemeten worden. Dit
wordt bereikt, door iedere plaat viermaal te meten, steeds met een
andere zijde als basis. De punten zijn dan echter overbepaald, zodat
een interessant vereffeningsprobleem ontstaat, dat op elegante