6o
wijze opgelost is. De reden voor deze misschien wat merkwaardige
constructie is, dat het eenvoudiger is om lengtemeting te digitali
seren, dan hoekmeting. De tijd nodig voor het meten van één plaat
is volgens de ontwerper maar weinig langer dan met een ortodoxe
comparator, terwijl de nauwkeurigheid, mede dankzij de over-
bepaling, zeer goed is.
Wel op de tentoonstelling te zien waren de instrumenten van de
firma Jenoptik. De comparatoren, de monocomparator Ascorekord
en de stereocomparator Stecometer zijn niet gewijzigd, maar
Jenoptik zorgde voor één van de interessantste nieuwigheden van
het congres, door het puntoverdrachts-instrument Transmark uit
te brengen. Het markeren van punten geschiedt in dit instrument
namelijk met behulp van een Laser. De in de emulsie gebrande
gaatjes zijn van voortreffelijke kwalitieit wanneer de emulsiedrager
glas is, maar op film schijnt het resultaat minder bevredigend te
zijn. De prijs van het instrument is niet gering (in de orde van grootte
van 50.000,maar het is te hopen, dat deze interessante ont
wikkeling een kans krijgt.
Meer orthodox van constructie is het puntoverdrachts-instrument
van de firma Kern, de PMG 1. De puntmarkering is mechanisch,
met een beiteltje wordt een gaatje in de emulsie geboord. Het instru
ment heeft drie plaat dragers, de hierop geplaatste foto's kunnen
in iedere combinatie twee uit drie bekeken worden. De bedoeling
van deze constructie is, het identificeren van punten in opeenvolgen
de foto's van een strook te vergemakkelijken. Het voordeel van
deze werkwijze is echter beperkt, daar over het algemeen het over
dragen van punten van strook naar strook moeilijker is dan in de
strook en dit probleem blijft uiteraard bestaan.
Voor het meten van met de PMG 1 gemarkeerde punten heeft
Kern de monocomparator MK 1 uitgebracht. Dit is een in opzet
zeer eenvoudig instrument waarin de meting wordt verricht met
behulp van glazen schalen en micrometers, strikt volgens het
principe van Abbe.
Uiteraard is het instrument gedigitaliseerd.
Bij de firma's Officine Galileo (Santoni) en OMI (Nistri) waren
gelijksoortige ontwikkelingen te zien. Officine Galileo toonde een
Stereocomparator en OMI een monocomparator. Beide firma's
hebben echter het voornemen om beide typen te gaan bouwen,
waarbij de stereocomparatoren in principe verkregen worden door
het samenbouwen van twee monocomparatoren.
De firma's Wild en Zeiss hebben hun productie-programma's al
min of meer compleet op het gebied van puntoverdrachts-apparatuur
en comparatoren, zodat het geen verwondering wekte dat zij op
gebied geen nieuwe ontwikkelingen brachten.
Vermeldenswaard is alleen, dat het puntoverdrachts apparaat PUG
van Wild nu ook verkrijgbaar is met onafhankelijk variabele ver
groting in de twee helften van het waarnemingssysteem, waardoor
punto verdracht tussen twee foto's van verschillende schaal mogelij k is