64 Met deze constructie wordt vermeden, dat bij sterke vergrotingen van model naar kaart erg veel kracht op de handwielen uitgeoefend moet worden. Dit is natuurlijk plezierig voor de operateur, maar daarom mag verwacht worden, dat deze oplossing ook de nauwkeurigheid van de kaartering ten goede zal komen. Tenslotte wil ik de aandacht vestigen op nog een andere con structieve vondst. Hoewel de verplaatsing van het modelpunt in de PG 3 geschiedt met behulp van handwielen en schroefassen, is het toch mogelijk om gebruik makende van de vrije handbeweging modelcoördinaten te meten. Zoals gebruikelijk wordt iedere co ördinaat afgelezen op twee tellers. De ene teller geeft aan het aantal gehele omwentelingen van de schroefas, de andere de onderdelen daarvan. De eerste teller is verbonden met de klemmoer op de schroefas, de tweede direct met die as. De verbinding tussen klem- moer en teller is een stalen band en wanneer de klemmoer van de schroefas gelicht wordt blijft de verbinding met de teller bestaan, zodat de index van de coördinaten aflezing behouden blijft. Ook dit is een constructie die het comfort van de operateur ten goede komt, hoewel bij bepaalde werkzaamheden beslist ook enige tijd winst geboekt zal kunnen worden. De firma Wild vervolgens heeft de A 10 uitgebracht, een op volger voor de A 8 en, in zekere zin, de A 7, hoewel deze beide instrumenten voorlopig nog wel in productie blijven. De A 10 is betrekkelijk conventioneel van opzet. Een belangrijke verbetering ten opzichte van zowel A 8 als A 7 is de geleiding van het waarnemingssysteem ten opzichte van de platen door middel van kruissleden (zoals B 8 en B 9 al hadden), zodat bij dit in strument de fouten „X Schiefe" en „Breitenfehler" in de projectie, veroorzaakt door decentrering van het meetmerk, niet voor kunnen komen. Een aardig detail van de constructie is, dat beide camera's in Y richting uit elkaar geplaatst zijn. Het voordeel hiervan is, dat de straalstangen elkaar niet snijden, zodat verschuivingen by en bz aan de modelpunten gegeven kunnen worden, maar dat anderzijds in de breedte geen ruimte verloren gaat. Een op zichzelf interessante constructie, waarvan het nut echter twijfelachtig is, is een inrichting voor de correctie van aard- kromming. In het instrument bevindt zich een bolvormige schaal waarover een voeler glijdt. Deze voeler is verbonden met de hoogte aflezing en geeft een correctie daarop. De verhouding tussen de beweging van de voeler en de correctie op de hoogte aflezing is instelbaar als functie van de modelschaal. Ik vind dit een overbodige correctiemogelijkheid: wanneer het instrument gebruikt wordt voor grootschalige kaarteringen, is er geen correctie voor aardkromming nodig, en wanneer het instrument gebruikt wordt voor triangulatie, of zelfs voor kleinschalige kaar teringen, zou een soort kaartprojectie (alleen voor hoogten!) uit gevoerd worden, die beslist niet de kaartprojectie is die geldt voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 66