65 het gebied dat gekaarteerd wordt. Het middel zou zelfs erger kunnen zijn dan de kwaal. De laatste precisie plotter die besproken dient te worden is de Planimat van Zeiss. Evenals bij de PG 3 het geval is, bevinden zich bij de Planimat de mechanische foto vlakken tussen projectiecentra en model. In dit instrument is echter de normale ruimtelijke straalstang toegepast. Interessant is evenwel, dat men het draai punt van de camera buiten het projectiecentrum heeft gelegd. Voor de stabiliteit van het instrument heeft dit ongetwijfeld voor delen, maar het bezwaar is, dat nu tengevolge van de relatieve oriëntering de plaats van de projectie centra verandert. Op de consequenties hiervan zal ik later nog nader ingaan. Opvallend is voorts nog, dat de Planimat twee tekentafels heeft één normaal er naast en één in het instrument. Deze laatste ligt weliswaar heel dicht bij de operateur, maar omdat de basis wagen er overheen rijdt, kan het tekenblad toch niet zo goed over zien worden. Bovendien kan op deze tekentafel alleen op model- schaal gekaarteerd worden, iets wat bij een precisieplotter toch geen dagelijkse praktijk is. Vermeldenswaard is voorts nog, dat door de amerikaanse firma ITEK een systeem van automatische beeldcorrelatoren ontwikkeld is, waarmee orthofoto's en „drop line" kaarten gemaakt kunnen worden. Automatische oriëntering is (nog?) niet mogelijk. Enkele algemene opmerkingen over precisie plotters Bij de bespreking van de instrumenten heb ik de nadruk gelegd op hun onderlinge verschillen, het heeft echter ook zin om na te gaan, waarin deze instrumenten overeenstemmen. De belangrijkste overeenkomsten zijn naar mijn smaak de volgende Mogelijkheden voor het uitwerken van convergent en oblique op namen verdwijnen. De projector-draaiingen worden beperkt tot ongeveer 5 graden. Geen enkel instrument heeft meer elkaar snijdende straal- stangen. Bij alle instrumenten met een gesplitst modelpunt wordt deze constructie benut voor het aanbrengen van de oriënteringselementen by en bz. Iedere firma brengt apparatuur op de markt waarin super wij dhoek fotografie uitgewerkt kan worden. De vergroting van het bereik van de cameraconstante gaat overigens verder, bij de Wild A 10 en de Zeiss Planimat loopt dit al van 85 mm tot 300 mm. De maximale vergroting van foto naar kaart is op ongeveer 16 keer gebracht. Zoals reeds eerder vermeld werd, wint de onafhankelijke modellen triangulatie met behulp van precisie plotters steeds meer veld. Het voornaamste probleem bij deze methode is steeds de bepaling van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 67