66
de coördinaten van de projectiecentra. Het is opvallend te zien dat
in feite geen enkele constructeur hiermee rekening gehouden heeft.
Alleen voor de Kern PG 2 zijn hulpstukken verkrijgbaar waar
mee de bepaling van deze coördinaten mogelijk gemaakt wordt.
Het valt aan te nemen dat soortgelijke hulpstukken voor de PG 3
te construeren zullen zijn.
Instrumenten waarin tijdens de relatieve oriëntering de positie
van de projectiecentra niet veranderd, hebben daarom enig voor
deel boven instrumenten waarin dat wel gebeurt. Immers, in het
eerste geval hoeven de coördinaten van de projectiecentra alleen
aan het begin van een te trianguleren strook door middel van
ruimtelijke voorwaartse insnijding bepaald te worden en deze
veranderen niet meer zolang de basis constant gehouden wordt. In
het andere geval, moeten de coördinaten van de projectiecentra in
ieder model opnieuw bepaald worden, wat meet- en rekentijd kost.
Conclusie
Het belangwekkende van de tentoonstelling te Lausanne lag in
de vergroting van het assortiment fotogrammetrische apparatuur.
Nieuwe uitvindingen werden er niet naar voren gebracht. Op zich
zelf is dat natuurlijk niet erg, maar het is nuttig dit vast te stellen.
Het is bovendien interessant te zien, dat twee groepen instrumen
ten de overhand krijgen over alle andere: de comparatoren en de
precisie plotters. Dat is eigenlijk wel begrijpelijk, de markt voor
fotogrammetrische instrumenten is zo klein, dat het voor een
fabriek economisch niet verantwoord is om een grote verscheiden
heid van typen instrumenten uit te brengen. Voor de gebruiker is
het echter niet altijd plezierig, men zal veelal een instrument aan
schaffen, dat mogelijkheden bezit die men niet nodig heeft. Uit
sluitend wanneer de uniformiteit in de productie een gunstige
invloed heeft op de prijs is dat aanvaardbaar.
De balans van de ruilverkavelingswet in discussie
Op 15 november j.l. vond te Utrecht plaats een gecombineerde
vergadering van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie, de
Vereniging voor Agrarisch Recht, de Studiekring voor Cultuur
techniek van het Koninklijk Genootschap voor Landbouwweten
schap en de Sectie voor Cultuurtechniek van het Koninklijk Instituut
voor Ingenieurs. Hierin ging op het wetenschappelijk gedeelte van
de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht, nadat
het kortstondige huishoudelijke gedeelte was voorafgegaan.
Object van bespreking vormde het lijvige Rapport van de Werk
groep Balans Ruilverkavelingswet, die vier jaar tevoren door de
drie eerstgenoemde verenigingen was ingesteld.
Het openingswoord wordt uitgesproken door prof. mr. F. F.
X. Cerutti, voorzitter van de Vereniging voor Agrarisch Recht,