1
4
wil, met andere woorden geen ongewenste overlappingen noch
hiaten produceert. Het is zelfs mogelijk het Doppler-systeem als
een methode van afstandmeting te gebruiken en door insnijding
van afstanden punten te bepalen.
Weliswaar is dit systeem van puntsbepaling vrij onnauwkeurig
maar voor het gestelde doel, geofysische opnamen, dikwijls nauw
keurig genoeg. Proeven, reeds in 1959 genomen door Aero Service,
hebben aangetoond dat wanneer men de Doppler-afstanden con
troleerde of vergeleek met langs astronomische weg afgeleide afstan
den men een gemiddelde afwijking kreeg van niet meer dan 0,22%,
dus 220 meter op 100 km.
Intussen kan men van het Doppler-systeem een nog wat meer
fotogrammetrische toepassing maken door elke basis, d.w.z. elke
afstand tussen opeenvolgende opname-punten van de vliegbaan
uit de Doppler-gegevens af te leiden. Dit betekent dat men op deze
wijze van elk model, bestaande uit twee opeenvolgende opnamen
aldus de schaal rechtstreeks bepaalt en dus niet de schaal van elk
model afleidt uit die van het vorige model. Weliswaar is de nauw
keurigheid die op deze manier voor de schaal van elk model ver
kregen wordt maar beperkt, namelijk van de orde van 0,3%, maar
wanneer men een dergelijke onnauwkeurigheid (die zich niet voort
plant) mag tolereren dan is dit een geschikte methode. Het is duide
lijk dat deze methode zich dan bijzonder goed leent voor aerotri-
angulatie met onafhankelijke modellen.
Wat de luchtfotografie betreft is het vooral de super-groothoek
camera die de aandacht verdient. Het is een camera met een ge-
zichtsveldhoek van de orde van 120 graden, waarmee dus op een
zelfde vlieghoogte vliegende een veel groter stuk terrein per opname
wordt opgenomen dan met een camera met hetzelfde beeldformaat,
doch een kleinere gezichtsveldhoekeen groothoek- of een normaal-
hoekcamera. Intussen ligt dikwijls het probleem anders en is het niet
zozeer de bedoeling om op dezelfde hoogte vliegende een groter
stuk terrein, dus een bredere strook te fotograferen maar is het
vooral te doen om een lagere vlieghoogte met behoud van dezelfde
schaal van de opname. Die lagere vlieghoogte is namelijk in ver
schillende opzichten van voordeel; in de eerste plaats is het eco
nomischer om lager te vliegen en in het bijzonder wanneer men
het gebruik van zuurstof kan vermijden is het bepaaldelijk te
prefereren, maar daar komt nog bij, en dat is gewoonlijk het belang
rijkste punt, dat vaak weersomstandigheden, in het bijzonder een
wolkenlaag, het noodzakelijk maken om betrekkelijk laag te vliegen.
Intussen zijn aan het gebruik van de supergroothoek-camera ook
wel nadelen verbonden, want de randstralen van de camera ont
moeten het terrein onder een vrij scherpe helling van niet meer dan
30° en het is duidelijk dat, in het bijzonder in geaccidenteerd terrein,
men dan in moeilijkheden kan geraken doordat bepaalde terrein
gedeelten, achter verhevenheden verscholen, niet worden meege-
fotografeerd. Dit geldt a fortiori voor die camera's die men ultra-