68 Polak in het novembernummer van De Pacht. Deze vraagt zich af of hij lelijk mistast wanneer hij het Rapport typeert als land bouwkundig behoudend en juridisch progressief. Prof. Witt typeert dergelijke kwalificaties als wellicht politiek van inslag, doch nauwelijks getuigend van een wetenschappelijke benadering. Overigens is spreker wel geneigd de juridische progressiviteit als een compliment op te vatten, nu het Rapport zozeer een juridisch accent draagt. De Discussie Des morgens gebruiken de vier genoemde inleiders successievelijk de hun toegemeten spreektijd van ongeveer een half uur, waarna geruime tijd wordt uitgetrokken voor de lunch. Na de hervatting dient de Werkgroep bij monde van een forum, bestaande uit Prof. ir. G. F. Witt, Prof. mr. P. de Haan, Ir. G. Homan, Ir. C. Bosman en Ir. C. D. Viehoff, de inleiders van repliek en beantwoordt een deel van de tevoren ingezonden en zelfs enkele van de ter vergadering ingediende vragen en andere reacties op het Rapport. Voor een spontaan debat tussen „zaal" en forum schiet de tijd helaas te kort. Het lijkt dienstig de discussie onderwerpsgewijs te behandelen aan de hand van de in het Rapport aangehouden volgorde. De noodzaak van wettelijke herziening (blz. 273-274, conclusie 1) De Heer Quené en Prof. Polak zien niet geheel de noodzaak in van voorbereiding op korte termijn van een algehele herziening van de Ruilverkavelingswet. Beiden hechten waarde aan enige rust in de wetgeving. Bovendien zou de Heer Quené in elk geval de er varingen met de thans in voorbereiding zijnde lex specialis voor Midden-Delfland willen afwachten, terwijl Prof. Polak de her ziening ondernomen zou willen zien in het kader van een codificatie van het grondgebruikrecht terwille van democratie, rechtsbescher ming en efficiency. Hij dringt aan op enige terughoudendheid al vorens te constateren dat een bepaalde praktijk in strijd is met de wet. Men moet z.i. de wet „soepel en eigentijds" toepassen en alleen dan een wijziging tot stand brengen, wanneer zulks werkelijk geen uitstel kan dulden. Prof. De Haan verwacht geen onrust van een nieuwe Ruil verkavelingswet, wel in toenemende mate van de bestaande wet, waarvan het Rapport op vrijwel alle punten aantoont dat zij vol komen verouderd is. Het belang van algehele wetsherziening is te direct dan dat het ondergeschikt zou mogen worden gemaakt aan een dubieus ideaal als dat van codificatie van het grondgebruik- recht. Codificatie is immers systematische ordening en bundeling van verschillende wetten in wetboeken. De huidige ordening van de talrijke grondgebruikwetten is echter geenszins onbevredigend: middelpunt is de Wet op de ruimtelijke ordening die de distributie van gronden over de verschillende deelbelangen regelt, met daarom heen cirkelend de wetten die de nadere verzorging van die belangen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 70