De enige belangrijke taak voor de P.C.C. zou gelegen zijn in de allocatie van geldmiddelen, ware het niet dat juist hier de verant woordelijkheden formeel bij de Minister liggen. De Heer Homan wil slechts in formele zin van een nieuwe bestuurslaag spreken. Materieel is zulks geenszins het geval, waar op het ogenblik het overleg veelvuldig bilateraal is. Dit vraagt om bundeling tot multilateraal contact tussen de verschillende diensten en het agrarisch bedrijfsleven. Spreker verwijst naar het succes van de Herverkavelingscommissie Zeeland, die de facto een aantal ruil verkavelingen binnen één provincie coördineerde. Vrees voor bevoogding van de plaatselijke commissie door de P.C.C. lijkt geheel ongegrond. De uitvoering blijft immers bij de plaatselijke commissie berusten, die thans juist dikwijls betutteld wordt door de vele ambtelijke deskundigen. Wat de mogelijke nadelige gevolgen van de instelling van een P.C.C. voor G.S. betreft, deze zijn evenmin te verwachten; integendeel, G.S. zullen eerder inspraak hebben in het ruilverkavelingsgebeuren. Verder is niet in te zien dat de P.C.C. een te beperkt arbeids terrein te bestrijken zou hebben. Het Rapport noemt een respectabel aantal werkzaamheden die van de thans enigszins overbelaste C.C.C. zouden kunnen worden overgeheveld naar de P.C.C. De Heer Bosman voegt hier aan toe dat de C.C.C. nog nieuwe problemen te wachten staan, bijv. in verband met leges speciales voor urbane gebieden, zodat behandeling van andere problemen op provinciaal niveau haar zeer welkom mag zijn. De Heer Homan noemt de P.C.C. een door de Werkgroep ont wikkelde feut die na harde behandeling door de Heer herweijer zijn weg wel zal weten te vinden. De ruilverkavelingsrechter (blz. 282-286, conclusie 7) Prof. Polak, in zijn preadvies van 1961 nog voorstander van een speciale ruilverkavelingsrechter, is „omgegaan". Publikatie van ruilverkavelingsjurisprudentie heeft deze gebracht onder de aan dacht van allen die daarbij betrokken zijn. Spreker meent ook dat na de discussies over de wenselijkheid van afzonderlijke ont eigeningskamers (preadvies Mr. O. A. C. Verpaalen, Vereniging voor Agrarisch Recht, 1967) de stelling van de Werkgroep dat de argumenten voor een gespecialiseerde ruilverkavelingsrechter zo vele en in juridische kringen wel zo algemeen aanvaard zijn, dat zij na diverse publikaties dienaangaande niet in extenso behoeven te worden herhaald, niet onverminderd kan worden gehandhaafd. Tenslotte kan hij zich niet verenigen met de opvatting van de Werk groep dat behandeling van ruilverkavelingszaken door een gespecia liseerde rechter hoger beroep overbodig maakt. Ook deskundigen kunnen ongelijk hebben. Prof. Polak stelt als beroepsinstantie de Pachtkamer van het Hof Arnhem voor. De Heer Van Lent wil, anders dan de Werkgroep, de rechter commissaris handhaven en denkt hem zelfs nieuwe taken toe. Hij 70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 72