5 superwijdzicht-camera's zou kunnen noemen, die een gezichtsveld- hoek hebben nog groter dan 1200, voorbeelden waarvan we in het Russische instrumentarium aantreffen. Deze camera's zijn alleen geschikt en worden ook alleen maar gebruikt voor de opneming van betrekkelijk vlak terrein. Overigens moet men aan deze zaak van „zichtschaduw" zoals dat wel genoemd wordt, ook weer niet te zwaar tillen want de praktijk heeft bewezen dat men in vrij geaccidenteerd terrein toch bevredigende resultaten kan krijgen. Over camera's sprekende is het dan verder de gyro-stabilisatie die na tientallen jaren van onderzoek eindelijk tot een bevredigende oplossing is gekomen. Bevredigend in die zin dat de nauwkeurig heid voor vele doeleinden aanvaardbaar is en bovendien dat ook in commercieel opzicht de gyro-stabilisatie, en hier denke men in het bijzonder aan het systeem Aeroflex, aantrekkelijk is. Enkele jaren geleden is door Aero Service Corporation een onderzoek gedaan naar de bereikbare nauwkeurigheid met de Aeroflex gyro- stabilisatie en wel door luchtfoto's te nemen van een proefgebied van de Army Map Service in Arizona. Men oriënteerde de verkregen luchtfoto's in een Wild A7 en constateerde dat 90% van de dwarshel- lingen kleiner dan 14', van de langshellingen kleiner dan 19' en van de totale hellingen kleiner dan 22' was. De maximale gecon stateerde totale helling was 46'. Dit wijst op een middelbare totale helling van de orde van 13'. Dit kan men dan de uitwendige nauw keurigheid noemen; uit eigen onderzoek hebben wij gevonden een inwendige middelbare helling afgeleid uit hellingsverschillen van model tot model van 9', een bedrag dat vrij goed in harmonie blijkt te zijn met de genoemde 13' voor de absolute nauwkeurig heid. Deze nauwkeurigheid is natuurlijk aanzienlijk minder dan de oriënteringsnauwkeurigheid in eerste en tweede orde kaarterings- instrumenten, hetgeen betekent dat het probleem van de relatieve oriëntering bepaald nog niet verouderd is, maar niettemin zijn er verscheiden gevallen waarin die gyro-stabilisatie toch van grote betekenis is. Zo kan men voor opperviaktebepaiing uit luchtfoto's, b.v. ten behoeve van een agrarische statistiek, dikwijls volstaan met de onontschrankte foto's wanneer deze zijn gemaakt met een gestabiliseerde camera. Verder zijn gestabiliseerde foto's zeer gunstig wanneer men wil of moet kaarteren uit een zogenaamd anamorf model dat ook wel, maar minder juist, affien model wordt genoemd. Men verstaat hieronder een model dat verkregen wordt door relatieve oriëntering van twee stralenbundels die niet con gruent zijn met de opname-stralenbundels maar zijn verkregen door in het kaarteringsinstrument een beeldafstand in te voeren die afwijkt van, gewoonlijk groter is dan, de camera-constante. Men is hier toe genoodzaakt wanneer men niet over een kaarteringsin strument beschikt dat het mogelijk maakt om een beeldafstand in te stellen die gelijk is aan de camera-constante. Dit probleem is vooral aan de orde gekomen met de invoering van de super-groothoek-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 7