83 De verkaveling in urbane gebieden (blz. 323-326, conclusie 32) De Heer Herweijer houdt een uitvoerig betoog over de lex specialis die momenteel in voorbereiding is voor het gebied Midden- Delfland. Nadat de regering indertijd had besloten de voor de bufferzone Midden-Delfland benodigde grond door de S.B.L. te doen aankopen, is een interdepartementale werkgroep gevormd, die zich bezighoudt met de vraag op welke wijze het inrichtingsbeleid van dit gemengd agrarisch-recreatieve gebied gestalte kan krijgen. Dit werk geschiedt voor wat betreft het inrichtingsplan in een technische werkgroep en voor wat betreft de legislatieve aspecten in een juridische werkgroep. Van groot belang is de vraag, hoe ver men bij deze landrecon- structie kan en moet gaan, en of men wellicht tot een landhervorming zou moeten overgaan. Landhervorming komt in de ontwikkelings landen veel voor in de vorm van down-grading", dat is het verdelen van grond. In Nederland zou men voor bepaalde agrarische gebieden wellicht tot een grootscheepse samenvoeging van gronden willen komen, ,,up-grading" dus. Momenteel wordt hieraan reeds het nodige gedaan in de vorm van de vrijwillige beëindigingsregeling, alsmede van de onderbedeling (op verzoek) in ruilverkavelingen. Eén stap verder ligt de verplichte beëindigingsregeling en een laatste stap zou dan de verplichte landhervorming zijn. Spreker ziet, nog afgezien van de politieke onmogelijkheid, twee overwegende bezwaren tegen een dergelijke geforceerde „up grading", t.w. de ontwikkeling van een gefixeerde structuur door de overheid en het mogelijk ontbreken van alternatieve werk gelegenheid voor alle betrokkenen. Van deze achtergrond uit is het te begrijpen dat ten aanzien van de lex specialis voor Midden-Delf land niet gedacht wordt aan een onteigening van het gehele gebied. De wet zal, hoe vaag de conceptie momenteel ook nog is, twee belangrijke elementen bevatten, namelijk de overgang van relatief veel grond naar een niet-agrarische bestemming en de opstelling en uitvoering van een volledig geïntegreerd reconstructieplan. Met de Werkgroep is ook de Heer Quené de mening toegedaan dat voor de reconstructie van het platteland in de stedelij k-recrea- tieve sfeer, waar niettemin ook de landbouw ten dele blijft gehand haafd, een speciale wet aanbeveling verdient. Hij zou in het algemeen willen vaststellen dat het kernpunt van een dergelijke wet ligt in de reconstructie, zowel op basis van onteigening als van ruil verkaveling in één operatie. In verband daarmede zal de stemming ontbreken. Volgens de Heer Van Lent moet het mogelijk zijn het raam van de in urbane gebieden te verwachten combinatie van ruilverkave ling en onteigening in een algemene ruilverkavelingswet onder te brengen. Een toepassingswet zoals die welke in de Zeeuwse nood- gebieden de Herverkavelingswet Walcheren van toepassing ver klaarde, zal de voor een wet benodigde bestuurlijke tijd belangrijk kunnen bekorten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 85