7
te maken. Dit betekent dat de horizoncamera bij het plannen van
een luchtfotografische opname een bijzonder onzekere faktor is,
afgezien van zeer bijzondere gevallen, zodat men in de praktijk de
horizoncamera dan ook betrekkelijk weinig ziet toegepast; men kan
er niet op rekenen en daardoor kan men er geen vast systeem op
bouwen.
Een laatste onderwerp dat genoemd moet worden in het kader
van de vernieuwingen in de opnametechniek is de barometrisch-
elektronische profielregistratie, een lange uitdrukking die zich
sterk laat verkorten door de beginletters te nemen van de Engelse
uitdrukking „Airborne Profile Recorder", dus A.P.R. De A.P.R.-
apparatuur bestaat uit twee gedeelten, in de eerste plaats een
zender die radiosignalen vertikaal naar beneden vanuit het vlieg
tuig uitzendt, welke signalen door het aardoppervlak naar het
vliegtuig worden teruggekaatst en daar opgevangen. Het tijds
verschil tussen het moment van uitzenden van een signaal en het
moment van terugontvangen is in verband met de bekende snel
heid van voortplanting een maat voor de afstand vliegtuig-
aarde, met andere woorden een maat voor de hoogte van het vliegtuig
boven de grond. Het is dus een methode van afstandsmeting die men
zich ten nutte kan maken bij het uitvoeren van een aerotriangulatie.
Immers, men kan de afstand vliegtuig - aarde die men op deze
wijze rechtstreeks bepaalt, vergelijken met de afstand die men in
het fotogrammetrische model op een of andere schaal reconstrueert
en op deze wijze dus tot een afzonderlijke schaal- bepaling komen
van elk model. Dit betekent dat men vermijdt dat de schaal van
model tot model moet worden overgedragen, dus met andere
woorden dat men de schaaloverdrachtsfouten op deze wijze
ontgaat. Dit is van belang voor zowel de %-coördinaat (in de richting
van de strook) als de hoogte en in mindere mate ook voor de
y-coördinaat. Het tweede deel van het instrumentarium van de
A.P.R. bestaat uit een differentiële barometer waarmee men
vlieghoogte-verschillen ten opzichte van een barometrisch niveau
vlak kan bepalen. Wanneer men deze vlieghoogte-variaties aftrekt
van dc juist genoemde elektronisch gemeten afstanden, dan krijgt
men uiteraard afstanden vanaf het barometrische niveauvlak tot
aan de aarde. Zou men, aannemende dat het barometrische niveau
vlak evenwijdig loopt aan de geoïde, deze afstanden daarvanuit
uitzetten dan zou men blijkbaar tot een vertikaal profiel van het
terrein komen. Dit aftrekken (in algebraïsche zin) van die vlieg
hoogte-variaties, gemeten door de barometer, van de elektronisch
gemeten afstanden geschiedt geheel automatisch en het resultaat
wordt automatisch geregistreerd. De aldus geregistreerde lijn stelt
dan voor het profiel van het terrein, vandaar de naam van de
gehele apparatuur „Airborne Profile Recorder". Dit profiel nu
geeft een nieuwe mogelijkheid om de aerotriangulatie te verbeteren.
Het is immers zo dat het profiel dat men uit de opeenvolgende
fotogrammetrische modellen zou kunnen afleiden, behoudens