betreft van de huidige opleidingssystemen in de verschillende landen en hun relatie met de toekomstige ontwikkeling van land meetkundige aktiviteiten. In een aantal rapporten wordt men gekonfronteerd met de ont wikkeling, de karakteristieken en patronen van veel opleidingen over de gehele wereld. Daaruit is af te leiden dat de tendens om de opleiding in de landmeetkunde in te bedden in een civiele opleiding op basisniveau begint af te nemen. In de commissie was er alge mene instemming met deze ontwikkeling en met het verschijnen van steeds meer speciaal landmeetkundige opleidingen, hoewel enige ongerustheid bleek te bestaan over de meest wenselijke vorm en inhoud ervan. Algemeen werd aanvaard dat de basisstudie zo breed mogelijk dient te worden opgezet. De ruimte voor de invoeging van algemene onderwerpen als sociologie en electronica en data processing dient daarbij niet alleen te worden verkregen door besparingen als resultaat van een nieuwe structuur van de studie maar vooral ook door toepassing van geavanceerde onderwijs methodieken en hulpmiddelen. Met een brede basisstudie zal ook de vraag en behoefte van een gespecialiseerde voltooiing van de studie aanzienlijk zijn. Het zou zeer wenselijk zijn als voor deze post-graduate studie internationale instituten zouden worden op gericht welke dan zeker zouden bijdragen tot een internationale samenwerking op alle terreinen van het vakgebied. In een Tjechisch rapport wordt tenslotte vooral gewezen op de wenselijkheid van het instellen van postakademiale cursussen. Naast deze meer algemene problematiek is vrij veel aandacht besteed aan het onderwijs in de ingenieursgeodesie (eng.engineer ing geodesy, duits: Ingenieursvermessung) Een begrenzing van het gebied is moeilijk vast te stellen, al gaat het hier voornamelijk om de uitzet- en inpassingsmethoden in. civiele en industriële bouw en om de deformatiemetingen aan kunstwerken. In de Oosteuropese landen bestaat er grote belang stelling voor. Men vindt daar, waarschijnlijk mede veroorzaakt door het daar vigerende maatschappelijk stelsel, een grote vraag naar goede specialisten op dit terrein, wat zich nu gaat aftekenen in de studieprogramma's van de geodetisch ingenieur aan de verschillende hogescholen. Voorts zijn een drietal rapporten ingediend over de opleiding van de landmeter voor wat betreft planning, landtaxatie en "ap praisal". Deze rapporten zijn toegesneden op de situatie in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika, zodat met het noemen hiervan volstaan kan worden. Ir. G. Bakker Commissie j (beroepslitteratuur, documentatie, woordenboek) Collega Villecrose begon zijn voordracht in onze commissie met de verzuchting: „La bibliographie est une technique ingrate 127

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 33