et peu attrayante; d'une part elle demande un travail quotidien inlassable qui a quelques points commun avec celui de la fourmi, d'autre part elle a si peu d'éclat qu'elle apporte peu de grands suc- cès, et attire rarement l'attention d'autrui". Hoe waar dit was bleek mij tijdens de vijf zittingen die tijdens het Congres in onze Commissie werden gehouden. Gemiddelde opkomst: 16. Weinigen zijn de geodeten of „surveyors" die zich met documentatie e.d. bezig houden. In Commissie 4 bijv. (Kadaster en Ruilverkaveling) is dat anders. Zij die van deze commissie deel uitmaken, of haar zittingen bijwonen, zijn bij Kadaster of Ruilverkaveling werkzaam, er althans in geinteresseerd. In Commissie 3 is dat niet zo. Natuur lijk vindt men het prachtig als er een geodetische bibliografie tot stand komt, of een geodetisch woordenboek op tafel ligt. Slechts weinigen echter kunnen daarover iets verstandigs zeggen. Men komt op deze gebieden al gauw tot het uitspinnen van wensdromen, of het leveren van niet terzake doende bijdragen. Een voorbeeld van het eerste was de voordracht van de Italiaanse afgevaardigde Caneva-Zanini „Professional Literature" waarin hij een lans breekt voor een FIG-Bulletin. Dit zou, in tegenstelling tot de hui dige bescheiden opzet (door het FIG-bestuur in drie nummers verwezenlijkt), een brede doorsnede moeten bieden van wetenschap pelijke en maatschappelijke activiteiten door leden van de F.I.G. Bijv. door vertaling in tenminste één der drie officiële FIG-talen (Frans, Duits, Engels) van belangrijke landmeetkundige artikelen. En dat naast de bestaande, veelal voortreffelijke, nationale landmeetkundige tijdschriften. De vraag wie die arbeid zou moeten verrichten, en hoe zij betaald moet worden, bleef, evenals te Rome, drie jaar geleden, onbeantwoord. Een voorbeeld van het andere verschijnsel was de opzichzelf belangwekkende bijdrage van de Amerikaanse afgevaardigde Hunter Moss (ge presenteerd door Barnard van het A.I.R.E.A.1), en daardoor uit gedijd tot een veel te lange voordracht), getiteld „The Urban Land Institute". Deze hoorde m.i. naar haar inhoud meer in Com missie 7 of 8 (tijdens het Congres gecombineerd tot één Commissie „Planning"), thuis, dan in onze groep. Uitstekend werk leverden daarentegen Caws (U.K.), „Technical Information Services of the R.I.C.S.", en Raum (Hongarije), „Die Information der Geodaten". Interessant was het, 't verschil in benadering der problemen op te merken tussen de Brit en de Hongaar. Was de eerste meer „klantgericht", de tweede was geheel „probleem-gericht". De eerste zag weinig in research, maar zoveel te meer in het bevredigen van de specifieke, op de praktijk gerichte behoeften van een individuele vragensteller. De laatste wilde de resultaten van wetenschappelijk werk voor een zo groot mogelijk aantal geinteresseerden ontsluiten door documentatie. Hij kwam 128 A.I.R.E.A American Institute of Real Estate Appraisers.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 34