133
over „L'application des méthodes électroniques aux travaux de
remembrement rural" zijn lezenswaard.
De schrijver van dit verslag mocht als toegift mondeling verslag
uitbrengen van de in Nederland ontworpen methode voor de mecha
nische toedeling, een onderwerp dat het meest de aandacht trok
van de West-Duitse collega's, daar zij hiervoor geen bevredigende
oplossing hadden kunnen vinden.
Het aantal deelnemers aan de zittingen was, zoals wel te ver
wachten was, niet zo groot. Temeer daar de engels-sprekende ver
tegenwoordigers nog weinig belangstelling hebben voor de ruil
verkaveling. Daarentegen viel het op dat voor de kadastrale
problemen vrij veel belangstelling bestond.
Commissie 4 zal er daarom misschien goed aan doen de komende
tijd haar aandacht meer op de grondboekhouding en de ontwikke
lingen hiervan te richten en t.a.v. de ,,aménagement rural" zich
te beperken tot de landmeetkundige-administratieve (juridische)
problematiek.
Tenslotte zij vermeld dat Dr. M. Tomic (Yougo-Slavië) de heer
R. Perrin (Frankrijk) als voorzitter van Commissie 4 in 1970
zal opvolgen.
Prof. ir. G. F. Witt.
Office International du Cadastre et du Regime Fonder. O.I.C.R.F
Het overlijden van de heer Meelker, sedert 1958 president van
het O.I.C.R.F., betekende een groot verlies voor het Office. In
vele zittingen van het congres is zijn heengaan herdacht, waarbij
gewezen werd op zijn grote verdiensten voor het Office en voor de
F.I.G. als geheel.
In afwachting van de vervulling van de bestaande Presidents
vacature heeft de auteur, in zijn kwaliteit van secretaris, officieel
de belangen van het Office op het Congres behartigd.
Zoals gebruikelijk was ook ter gelegenheid van dit congres een
rapport samengesteld betreffende de activiteiten gedurende de
de periode 1965-1968. Dit rapport (publication 4) werd ter hand
gesteld aan de leden van het Comité Permanent en aan degenen
die op 10 september de zitting van het Office bijwoonden. Dit
rapport is op laatstgenoemde zitting en op die van het C.P. van
12 september nader toegelicht. De aandacht werd gevestigd op de
toename van het documentatie-materiaal, op de vergelijkende
studies, die gereed zijn gekomen, op de inlichtingen die aan derden
zijn verstrekt en op de contacten die met allerlei instanties worden
onderhouden.
Op het Congres in Rome (1965) werd, nadat aldaar een verge
lijkende studie was aangeboden getiteld „Apartment Property
and Cadastre", besloten om een onderzoek in te stellen naar de
verschillende aspecten van een meerdoelenkadaster. Te dien
einde werd aan 67 landen een gedetailleerde vragenlijst gestuurd.