ordening wordt door de regionale autoriteiten, weliswaar onder
nationale supervisie, geleid, daarbij vaak de sociale doeleinden als
de belangrijkste oogmerken van hun streven ziend. De economische
planning is in Engleland een nationale zaak en de coördinatie
tussen beide begint nu pas op gang te komen.
Op een volgende zitting van commissie 7 werd door resp. de heer
H. Stemmler en de heer J. M. Meijssen de woningbouwpolitiek in
Duitsland en Nederland behandeld. In de voordracht over dit
onderwerp met betrekking tot Duitsland werd veel cijfermateriaal
gegeven. Daarbij bleek dat de woondichtheidvoor de oorlog 3,6
inwoners per woning en na de tweede wereldoorlog gestegen tot
vijf inwoners per woningthans tot drie inwoners per woning is
gedaald. Indrukwekkend is het grote aantal na de oorlog gebouwde
„eigen woningen" namelijk drie miljoen. Het aandeel van de
„sociale woningbouw" zakte van 70% in 1949 tot 34% in 1967.
In totaal werden in deze periode ruim tien miljoen huizen gebouwd.
Andere in commissie 7 behandelde onderwerpen waren: „Waarde
bepaling in verband met vaststelling grondbelasting" en „Stads
vernieuwing". Het eerste onderwerp is, gezien het belang van de
grondbelasting in Nederland, voor ons van geringe betekenis.
Over Stadsvernieuwing werd resp. door vertegenwoordigers van
de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland gesproken. De Ame
rikanen hebben vrij grote ervaring met stadsvernieuwing, die ook
daar eigenlijk voor het eerst georganiseerd werd aangepakt met het
opruimen van verkrotte wijken gedurende de crisisjaren. Vooral
in de laatste jaren is de Stadsvernieuwing in de Verenigde Staten
krachtig aangepakt. Hieraan wordt thans jaarlijks meer dan een
miljard dollar door de Staat bijgedragen. Momenteel zijn ongeveer
duizend Amerikaanse steden bezig met de uitvoering van een of
meer vernieuwingsprogramma's. De door de Staat geleverde bijdrage
is, zoals uit bovenstaande cijfers wel blijkt, onvoldoende voor een
dergelijk programma en men streeft dan ook naar verhoging van
deze bijdrage.
Een ander ernstig probleem is het verschijnsel van segregatie
bij het opnieuw bevolken van de gesaneerde wijken.
De Franse gedelegeerde begon met naar Hausmann te verwijzen.
Na een uitvoerige theoretische beschouwing besloot hij met een
opsomming van hetgeen thans in Frankrijk op dit gebied aan de
gang is. In Duitsland is na een periode van wederopbouw nu ook
aan de sanering van verouderde wijken begonnen. De Duitse
vertegenwoordiger sprak uitvoerig over het juridische en organi
satorische raam waarin de stadsreconstructie plaatsvindt. Op de
laatste vergaderdag van commissie 7 werden enkele op zich zelf
staande problemen aangesneden.
De Zweedse gedelegeerde sprak over optimaal gebruik van de
bodem. Omdat in Zweden slechts 1% van de bodem verstedelijkt is,
zijn er slechts problemen in geürbaniseerde gebieden. Hier is het
probleem door industrialisatie, verkeer en recreatiebehoefte, dus
142