147
Zdzislaw M. Adamczewski. Quel ques applications de la théorie du champ
pour déterminer un point (LGR - R42). 12 biz., 1.00, 1965.
Schrijver geeft enige toepassingen van de veldentheorie op geodetische
problemen.
Ir. J. E. Alberda. Vertical angles, deviations of the vertical and adjustment
(LGR - R 16). Ook verschenen in Publications on Geodesy, New Series,
Vol. I, No. I.
Onderzocht wordt het wiskundig model van de trigonometrische hoogte
meting met invoering van schietloodafwijkingen, in het bijzonder de on
bepaaldheid van het probleem die het gevolg is van onbekendheid van de
refraktiekoëfficiënt.
Ir. J. E. Alberda. De inverse van een symmetrische matrix van een speciaal
type (LGR-R 17). 5 blz., 1.00, i960.
Beschouwd wordt een matrix bestaande uit deelmatrices, en wel op alle
hoofddiagonaalplaatsen dezelfde matrix A en op alle niet-diagonaalplaatsen
dezelfde matrix B. Bewezen wordt dat de inverse matrix dezelfde vorm heeft.
Deze eigenschap leidt tot een eenvoudige inversiemethode.
Ir. J. E. Alberda. Ir. B. G. K. Krijger en Ir. E. F. Meerdink. The
adjustment of U.E.L.N. as executed at Delft (LGR -R 18). 11 blz.
1 kaart, 1.00, 1959.
Verslag van de berekening van de vereffening van het Europese waterpas-
net en daarbij uitgevoerde toetsingen. Uitvoeriger rapport in Publications on
Geodesy, New Series, Vol. I, no. 2 (Rijkscommissie voor Geodesie).
Ir. J. E. Alberda, Elementaire aspekten van de besliskunde. Een een
voudig landmeetkundig beslisprobleem (LGR-R 40). 35 blz., ƒ2.00,
1965-
Inleiding tot de beginselen van de statistische decisietheorie aangevuld
met een voorbeeld dat betrekking heeft op het al of niet ten derde male
meten van een afstand, afhankelijk van het verschil tussen de eerste twee
metingen.
Ir. J. E. Alberda. On the importance of decision theory for geodesists
(LGR - R 51). Ook verschenen in K. en L., juni 1967.
Bewerkte engelse versie van R 40.
Ir. J. E. Alberda. Toetsing van de sluittermen in een vierhoek, waarvan
de lengten van de zijden en diagonalen gemeten zijn (LGR -R 53).
8 blz. rekenformulier, 1.00, 1966.
Bij zuivere trilateratie is de vierhoek met diagonalen de kleinste figuur
die een voorwaarde geeft. Het kan van belang zijn, zo spoedig mogelijk na
meting de sluitterm te berekenen en te toetsen. Dit rapport geeft aan hoe
dit kan geschieden. Voorzien van een rekenformulier en een voorbeeld.
Ir. J. E. Alberda. Krakovianen (LGR-V4). 3 blz., ƒ1.00, 1959.
Dit rapport is een vertaling van een deel van de inleiding vanS. Arend,
La présentation mathématique des phénomènes experimentaux. Hel geeft
de rekenregels voor het werken met krakovianen, dat zijn matrices waarbij
de vermenigvuldiging gedefinieerd is als een „kolom maal kolom" operatie.
De rekenwijze is een schepping van de poolse geodeet en astronoom
T. Banachiewicz. In poolse publikaties werkt men vrijwel algemeen met
krakovianen i.p.v. met de gewone matrices.
Prof. ir. W. Baarda. Some Remarks on the Computation and Adjustment
of Large Systems of Geodetic Triangulation. 30 blz., 1.50, 1954.
Ook verschenen in Bulletin Géodésique, 1957, No. 43.
Prof. ir. W. Baarda. De betekenis van varianties van coördinaten bij
berekening van puntsbepalingsystemen in het platte vlak. 112 blz.,
ƒ3.25, i960.
In dit stencil wordt een eerste opzet van de zgn. schrankingstransformaties
afgeleid. Dit zijn transformaties van de variantiematrix van de coördinaat
grootheden. Hoeken en lengteverhoudingen zijn invariant tegen schrankings
transformaties.
Prof. ir. W. Baarda. Precision, accuracy and reliability of observations.
61 blz., ƒ2.75, 1965.