152
Ir. B. G. K. Krijger. Toepassingsmogelijkheden van ponskaartenmachines
bij landmeetkundige berekeningen (skriptie) (LGR - R i). 89 blz.,
2-75. 1954-
Hoofdstuk V van de H.T.W.-1956 geeft een methode voor de vereffening
van een driehoeksnet. In R 1 wordt verslag uitgebracht van de toepassing
van deze methode op een driehoeksnet in Zeeland. Het rapport heeft vrijwel
alleen historische betekenis, omdat het verslag uitbrengt van de eerste
(voorzover bekend) geautomatiseerde berekening in Nederland op landmeet
kundig gebied. Zowel de methoden als de rekenmachines, die gebruikt zijn,
zijn momenteel geheel verouderd.
Ir. B. G. K. Krijger. Enkele aanvullende conclusies aangaande het drie
hoeksnet - Zeeland (LGR - R ia). 9 blz., 1.00, 1955.
Bij het schrijven van R 1 waren de berekeningen van het driehoeksnet -
Zeeland nog niet voltooid. De konklusies uit de resultaten, die de precisie
betreffen zijn daarom in het aanvullend rapport R ia gegeven.
Ir. B. G. K. Krijger. Het toetsen van somcontroles bij het vermenigvuldi
gen van matrices (LGR - R 3). 6 blz., 1.00, 1956.
Somcontroles worden in zekere mate door afrondingsfouten gestoord. Een
toetsingsmethode wordt aangegeven om te kunnen konstateren of het niet
sluitend zijn van een somcontrole wel dan niet door afrondingsfouten wordt
veroorzaakt.
Ir. B. G. K. Krijger. De berekening van cofaktoren van de koördinaten
van snelliuspunten (LGR-R4). 33 blz., ƒ2.00, 1956.
Aangegeven wordt de methode om een matrix van gewichtscoëfficiënten
te berekenen van de koördinaten van op de gebruikelijke wijze berekende
snelliuspunten. Tevens worden enkele proefberekeningen weergegeven.
Ir. B. G. K. Krijger. Het driehoeksnet - Oost Nederland (LGR-R 6a).
3 blz., 1.00, 1956.
In aansluiting op rapport R 1 wordt verslag uitgebracht van het resultaat
van precisieberekeningen in een als een zelfstandig net opgevat deel van het
nederlandse primaire driehoeksnet.
Ir. B. G. K. Krijger. Standaardellipsen van snelliuspunten. Berekeningen
Zeeland (LGR - R 8), 10 blz., 1.00, 1956.
Volgens de in rapport R 4 aangegeven methode zijn een groot aantal
standaardellipsen berekend van snelliuspunten verspreid over een groot deel
van Zeeland. Er worden konklusies getrokken uit de verkregen resultaten.
Ir. B. G. K. Krijger. Opzet van een verder onderzoek naar de nauwkeurig
heid van snelliuspunten. Berekeningen Oost - Nederland (LGR - R 9a).
4 blz., 1.00, 1956.
Aanvullend onderzoek op de opzet van de rapporten R 4 en R 8, nu in
een ander gebied van het land, en gebaseerd op een meer reëele matrix van
gewichtscoëfficiënten voor de gegeven punten.
Ir. B. G. K. Krijger. Onderzoek naar een aantal snelliuspunten in Oost -
Nederland (LGR-Rn). 11 blz., 1.00, 1958.
Samenvatting van de resultaten van de berekeningen, waarvan de opzet
in R 9a wordt beschreven.
Ir. B. G. K. Krijger. De meest ideale vorm van een trilateratienet. Een
correctie op R 15 (LGR - R 15a). 4 blz., 1.00, 1962.
(Voor R 15: zie Ir. R. Kammer).
Ir. B. G. K. Krijger. Een moeilijkheid bij de toepassing van de methode -
Schreiber (LGR-R 28). 13 blz., 1.00, 1962.
Besproken worden de problemen, die ontstaan wanneer in punten van een
driehoeksnet, dat volgens de methode - Schreiber is gemeten, in een later
stadium nieuwe richtingen moeten worden bijgemeten.
Ir. B. G. K. Krijger. Het vereffenen van grootheden, die in een aantal
gelijke series gemeten zijn (LGR - R 30). 19 blz., 1.00, 1963.
De methode - Bessel voor de stationsvereffening van richtingen wordt
gegeneraliseerd en toepasbaar gemaakt op willekeurige grootheden, die in
series worden gemeten. De methode wordt daarna toegepast op series lengte
getallen.