1 i54 Behalve aanwijzingen voor opschrijven en uitwerken wordt een afleiding gegeven van de berekeningen, waaruit blijkt hoe groot de inwendige tegen spraak mag zijn. Ir. J. C. de Munck. Electronica, deel I, eerste druk. 51 blz., 3.00, 1963. Een eenvoudige inleiding in de elektronika vooral gericht op toepassingen in de meettechniek. Gespecialiseerde voorkennis is niet vereist. Behandeld worden o.a.wisselstroomtheorie, elektronenbuizen, transistors, elementaire schakelingen. Binnen afzienbare tijd zal een herziene druk worden uit gegeven, waarbij veel meer nadruk zal komen op transistors. Ongeveer gelijk tijdig zal deel 2 verschijnen. Ir. J. C. de Munck. Efemeridentijd, atoomtijd en universele tijd (ook verschenen in K. en L. december 1965). 33 blz., ƒ2.50, 1965. Deel IDe definities van de drie tijdsystemen, hun fysische betekenis. Mogelijkheden om de systemen onderling te vergelijken zoals radio-tijdseinen en radio-standaardfrekwenties. Het gebruik van de tijdsystemen, speciaal ten behoeve van de geodesie. Deel IIUitwijding over de theoretische achter gronden en enige illustraties. Ir. J. C. de Munck. Enige eigenschappen van elektromagnetische golven in verband met elektronische afstandsmeting. 21 blz., ƒ2.00, 1966. Een aanduiding van de belangrijkste eigenschappen over de voortplanting zoals buiging, refraktie, voortplantingssnelheid, bundelbreedte, enz. Uit voerige litteratuurverwijzingen. Ir. J. C. de Munck. Barometrische hoogtemeting. 10 blz., ƒ1.00, 1968. Een afleiding van de formule die hoogteverschillen geeft als funktie van de luchtdruk en van andere grootheden, zoals temperatuur, vochtigheid, enz. Ir. J. Polman. Beschouwingen over zenithoeken met behulp van sferische afbeelding (skriptie) (LGR-R31). 38 blz., 2.00, 1963. Met behulp van sferische afbeelding op een eenheidsbol wordt het verband tussen zenithoeken en astronomische grootheden afgeleid. Met de gevonden formules wordt nagegaan in hoeverre de door refraktie onbetrouwbare zenithoeken kunnen worden getoetst m.b.v. astronomische waarnemingen. Verder is onderzocht welke de voorwaarden zijn waartoe zenithoeken in een ruimtelijk driehoeksnet aanleiding geven. Ir. J. Pöttgens. Een vergelijkende studie over terrestrische en astronomi sche oriënteringsmethoden (skriptie) (LGR - R 23). 15 blz., 1.00, i960. Onderzocht is in hoeverre het verantwoord is om een astronomische oriën tering in te voeren in een terrestrisch stelsel. Het bleek dat de terrestrische en de astronomische methoden goed overeenstemmen. H. Queé. Verslag verkenning geodimeternet t.b.v. West Zeeuws-Vlaanderen (fase I) (LGR - V 23). 11 blz. 4- 5 bijlagen, ƒ1.00, 1968. Aan de hand van een praktisch voorbeeld zijn verschillende aspekten van een net met gesloten polygonen in het kort behandeld. Zo komen ter sprake: enige achtergronden van een dergelijk polygoonnet, de verkenning ervan, betrouwbaarheidsonderzoek. Ir. R. van der Schans. Automatisering van de toedeling bij ruilverkaveling (skriptie). 128 blz. bijlagen, 5.00, 1968. Een aantal methodes wordt aangegeven waarmee men een voorlopige toedeling kan maken met behulp van een elektronische rekenmachine. De voor- en nadelen van elk van de methodes worden tegen elkaar afgewogen, zodat men een indruk kan krijgen van hun bruikbaarheid. Ir. G. L. Strang van Hees. Bolfunkties. 38 blz., ƒ2.00, 1962. Wiskundige behandeling van de Iegendrefuncties, toegevoegde legendre- functies en bolfuncties. Gebruik van de potentiaaltheorie bij de berekening van de potentiaal van de aarde. Toepassingen in de geodesie. Berekening van de afplatting van de aarde. Ir. G. L. Strang van Hees. Kaartprojecties. 31 blz., ƒ2.00, 1963. Afleiding van de wiskundige voorwaarden waaraan conforme en equivalente projecties moeten voldoen. Beschrijving en afleiding van de Mercator pro jectie, stereografische projectie en de conforme Lambertprojectie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 60