Litteratuuroverzicht
157
Beschreven wordt hoe zo gunstig mogelijk sterren kunnen worden ge
selecteerd ten behoeve van tijdmeting volgens de formule van Mayer. Er
wordt van uitgegaan dat waarnemingen en berekeningen geschieden overeen
komstig de suggesties in het International Geophysical Year's "Instruction
Manual VIII, Longitude and Latitude".
G. J. Husti. Simultaneous Determination of Latitude, longitude and
Azimuth by Horizontal Directions at the Sun. 19 biz., ƒ5.00, 1966.
Toepassing van de methode Gougenheim-Black in het geval van zons-
waarnemingen. Onderzoek van de te behalen nauwkeurigheid. De belang
rijkste resultaten zijn in een aantal diagrammen weergegeven.
W. Baarda. Statistical Concepts in Geodesy. 74 biz., 9.50, 1967.
Na inleidende algemene beschouwingen over de toepassing van statistische
gedachtengangen in de geodesie worden achtereenvolgens o.a. behandeld
schatting van parameters, nulhypothesen, vereffening in fasen, kritieke
zones, theorie van de grove fouten en modelfouten, covariantiematrix, niet-
lineaire voorwaarden, vergelijkingen, theorie der mathematische modellen.
In het aanhangsel, „A Generalization of the Concept Strength of Figure"
worden de grondslagen voor het begrip precisie in geodetische netten gelegd.
W. Baarda. A Testing Procedure for Use in Geodetic Networks. 97 biz.,
12.50, 1968.
Het hoofdthema in dit werk is de betrouwbaarheid van geodetische netten.
De toepassing van de F-toets op de waarnemingen, zowel bij vereffening in één
als in meer fasen wordt toegelicht. Meerdimensionale toetsen worden voor
gespecificeerde alternatieve hypothesen teruggebracht tot ééndimensionale.
Speciale aandacht wordt geschonken aan het opsporen van grove fouten
(,,data snooping"). De schrijver geeft aan hoe onbetrouwbaarheid van een
net gedefiniëerd kan worden.
Een viertal voorbeelden verduidelijkt de theorie.
N. D. Haasbroek. Gemma Frisius, Tycho Brahé and Snellius and their
triangulations. 119 blz., 16.00, 1968.
Behandeling van de historische triangulaties van Tycho Brahé en van
Snellius, ter bepaling van de aardomtrek. De schrijver toont aan dat beiden
bekend moeten zijn geweest met een al vroeger geschreven werk van Gemma
Frisius over dit onderwerp. Verder wordt speciale aandacht geschonken aan
het driehoeksnet van Snellius. Een latere bewerking van Snellius' waar
nemingen door Van Musschenbroek is in vele opzichten een falsificatie.
Allfiemeine Vermessungs - Nachrichten
76 (1969) 1 Krauss: Die Topugraphische Karte 1:25.000. Beck: Die
Topographische Karte 1:50.000. AppeltDie Topographische Karte
1:100.000. Knorr: Die Topographische Übersichtskarte 1:200.000.
76 (1969) 2 Fischer Die Korrelation von Distomat-Messungen. Strasser:
Der Infrarot-Distanzmesser Wild Distomat Dl 10. Leitz: Zwei elektro
nische Tachymeter von Zeiss. Richter, Wendt Das neue elektrooptische
Streckenmessgerat EOK 2000 aus Jena. Tellurometer (U.K.) Ltd.: The
Tellurometer Model MA 100 Electro-optical Distance Measuring Instrument.
The Australian Surveyor
22 (1968) 4 Macartney: The survey of the international border between
West Irian and the territory of Papua and New Guinea. White: The
comparison plot. LambeckA hypothetical application of the geometric
method of satellite geodesy. Fletcher: Integration of surveys.
Geodesia
11 (1969) 1 van der Weiden: De toepassing van reken- en tekenautomaten
bij de kaartvervaardiging. Elektro-optische afstandmeters.