1
174
weglengte in de nieuwe situatie afgezien van een aantal vaste
punten, zoals bijvoorbeeld bestaande woonkernen en verspreide
bebouwing afhankelijk van de grootte, vorm en rangschikking
van de nieuw te vormen kavels. Deze zijn uiteraard op hun beurt
weer afhankelijk van de grootte en het type van de bedrijven,
de topografie en de variatie in grondsoort.
Bij de huidige stand van de ontwerptechniek is ten tijde van het
wegontwerp de grootte en situering van de nieuwe kavels niet
bekend, daar het inzicht in de toedeling ontbreekt. Het is in dit
verband verheugend, dat de eerste pogingen van het Laboratorium
der Geodesie tot het opstellen van een toedelingsmodel via een
rekenprogramma met een computer, succesvol zijn te noemen (19).
Ik noem deze ontwikkeling hier met name, daar een vroegtijdiger
inzicht in de toedeling het inrichtingsplan wezenlijk in gunstige zin
zal beïnvloeden. Het berekenen van alternatieve toedelingsmodellen
op hun consequenties voor het inrichtingsplan van wegen, water
lopen, boerderijen en kavels, komt hiermee binnen bereik. Om
gekeerd kunnen alternatieve inrichtingsplannen worden getoetst
op hun gevolgen voor de toedeling.
In de strokenverkavelingen op klei en veen staan duidelijk
twee alternatieve oplossingen tegenover elkaar, namelijk de
aanleg van openbare wegen, ofwel het verharden van particu
liere bedrijfswegen, die de kortste verbinding vormen tussen
boerderij en land.
De voorkeur voor de ene of de andere oplossing is sterk af
hankelijk van de vervoersrelaties tussen gebouwen en land. Deze
relaties zijn bijvoorbeeld op weidebedrijven veel intensiever dan
op akkerbouwbedrijven. Voor een juiste oplossing zijn gegevens
omtrent de routekeuze van de boeren tussen de onverharde directe
route en de verharde omrijroute noodzakelijk. De keus is analoog
aan die van de automobilist, die aarzelt tussen een kortere route
door het stadsverkeer of een langere route over een auto-snelweg.
Uit een aantal onderzoekingen is gebleken, dat de reactie van
de boeren op dit keuzeprobleem overeenkomt met die van verkeers
deelnemers in een grote metropool, zij het dat de gehaaste stedeling
een te behalen tijdwinst hoger waardeert (20). In beide gevallen
blijken de snelheidsverhoudingen op de twee mogelijke routes
een goede verklaring te kunnen geven voor de routekeuze.
Bij de keuze tussen openbare wegen of bedrijfswegen kunnen
thans geschematiseerde rendementsberekeningen algemene aan
wijzingen geven. De uiteindelijke beslissing zal men echter mede
moeten laten afhangen van de te voorziene ontwikkelingen in
de bedrijfsgrootte en de bedrijfssystemen. In dit verband kan
bijvoorbeeld worden genoemd de mogelijkheid van stalvoedering
of zelfs differentiatie van de weidebouw in veehouderij- en voeder-
winningsbedrijven. Voor de voederwinning zal het transport
op de kavels dan onder alle omstandigheden verzekerd moeten
zijn.