i86 Uit de boven aangegeven meetmethoden blijkt reeds dat nauw keurige tijdmetingen in de landmeetkunde belangrijk zijn, ondanks het feit dat het meetobject van de geodeet de aarde een toon beeld van onveranderlijkheid is. Toch worden nauwkeurige tijd metingen in de landmeetkunde niet alleen gebruikt ten behoeve van de elektronische afstandsmeting. Dikwijls wenst men geode tische betrekkingen te meten tussen punten die onderling niet zichtbaar zijn. Dit is vooral belangrijk voor punten aan weerszijden van een oceaan. In zulke gevallen wordt veel gebruik gemaakt van een buitenaards voorwerp, zoals een ster of een ander hemellichaam. Zo'n voorwerp kan in de beide punten al dan niet gelijktijdig worden waargenomen. In verband met de grote snelheden die deze buiten aardse punten gewoonlijk hebben ten opzichte van het aardopper vlak, is bij deze metingen een zorgvuldige tijdmeting dikwijls van groot belang. Deze toepassing van de tijdmeting zou ik in de eerste plaats willen illustreren met de astronomische lengtemeting. Enigszins vereenvoudigd voorgesteld betekent een astronomische lengte meting een bepaling van een positie op aarde in Oost-West-richting. Bij deze metingen wordt gebruik gemaakt van de waarnemingen van een aantal sterrewachten waar zo veel mogelijk continu de richting gemeten wordt van de plaatselijke verticaal ten opzichte van de sterren. Deze richtingen veranderen voortdurend in Oost-West zin met de draaiing van de aarde om haar as. De richtingsmetingen van de verticalen hebben dan ook alleen zin doordat de tijdstippen van waarneming nauwkeurig geregistreerd worden in een gemeen schappelijke wereldtijd. Uit deze metingen vindt men op ieder tijdstip van die wereldtijd de stand van de aarde. Om de geogra fische lengte van een zeker punt te vinden bepaalt men nu ook in dat punt de richting van de verticaal ten opzichte van de sterren op een aantal momenten in dezelfde wereldtijd. Aangezien men voor deze momenten de stand van de aarde kan berekenen uit dq, me tingen van de sterrewachten, kan men de richting van de verticaal in het onbekende punt vinden ten opzichte van een coördinaten systeem dat vastzit aan de aarde, of meer in het bijzonder aan de eerder genoemde sterrewachten. Men vindt zo de lengte ten opzichte van de zogenaamde middelbare Greenwich-meridiaan. Zoals uit het bovenstaande blijkt, is voor een bepaling van de geografische lengte een tijdmeting noodzakelijk, die eenduidig is voor alle stations die bij de procedure betrokken zijn. Vóór de tweede helft van de achttiende eeuw bezat men geen klok die tijdens een reis met redelijke nauwkeurigheid bleef lopen. Voor de bepaling van de geografische lengte op het Amerikaanse continent ten opzichte van Europa maakte men daarom gebruik van de tijdens de reis afgelegde weg en van de tijdstippen van maansverduisteringen. Dit laatste is een gebeurtenis die men gelijk tijdig kan waarnemen in onderling ver uiteenliggende punten. Zoals men op oude wereldkaarten kan zien werden bij deze metho-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 24