Een student moet leren problemen te analieseren. Dan is er meer nodig dan het overdragen van kennis, denkwijzen en vaardigheden. Er wordt een beroep gedaan op bepaalde ver mogens en eigenschappen. Het gaat meer om een wetenschap pelijke vorming die de grenzen van het vakgebied overschrijdt. Kuituur is geen vaststaand gegeven, maar is dienamies ont staan uit een voortdurende dialoog. Onderwijs is dan niet alleen kuituuroverdracht maar ook kuituurvernieuwing. De jonge mens moet met de deskundigen, vakmensen in relatie treden waardoor problemen opnieuw gestalte krijgen. Daarbij krijgt de student informaatsie en wordt hij gevormd. We moeten dan ook de drie-eenheid dosent, student en leerstof als één geheel beschouwen. Onderwijsdoelen kunnen niet helder en eenduidig worden bepaald, wanneer bij de formulering ervan niet tevens een grondige studie gemaakt wordt van de kontekst waarbinnen onderwijs zijn funktie vervult. paper 2 gedeelte uit het rapport van de Snelliuskommissie student- TH-kadaster 1964 selektie uit opmerkingen van respondenten Gesteld wordt dat het geen zin heeft het aantal en de soort van mogelijke funkties uit te breiden door in de opleiding vakjes toe te voegen. Die uitbreiding moet plaats hebben door geodetiese inzenjeurs die in een ander gebied durven stappen. Pas bij een gebleken maatschappelijke behoefte kan het studie programma min of meer aan die behoefte worden aangepast. Deze terugkoppeling zou uitstekend plaats kunnen vinden in het landelijk verenigingsleven (sic!). Zolang men van de g.i. globaal hetzelfde verwacht als nu is de huidige opleiding goed (wanneer tenminste een betere orientaatsie wordt bereikt op maatschappijwetenschappen, vanwege het toe nemend aantal leidinggevende en organisatoriese aspekten in de beroepen). Als gevolg van de automatisering zal de vraag naar g.i.'s dalen en de vraag naar landmeters (krachten van middel baar nivo) stijgen. De studie zou zich in de toekomst opsplitsen in twee richtingen: 1) een teoreties wiskundige en 2) een juridies planologiese. De fotogrammetrie zal dan geen spesiale plaats in nemen maar vallen onder 1). paper 3 Advies door „Snellius" aan het hoofdbestuur van de NLF uitgebracht als idee voor de te organiseren studiedag. Richtlijnen voor de te installeren commissie I In discussies over het nut van bepaalde colleges komt vroeg of laat, maar onherroepelijk, de vraag naar voren wat onder geodesie verstaan moet worden. Probleem is het niet bestaan van een explisiete doelstelling van de opleiding, dit afgezien 192

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 30