196 De afgestudeerden worden ingelicht over de stand van zaken bij de 2e helft van het 4e jaar. De voorzitter noemt het belang van het experiment met projektgroepen. Dit zal hoogstwaarschijnlijk zijn terugslag hebben op de aanpak van de opleiding. Kern van het probleem is: het formuleren van de doelstelling. De vraag rijst of we dit vanuit het standpunt „wat is geodesie" (model Eveline) of „wat doet een geodeet in de maatschappij (model Creusen) moeten bezien. Deze modellen zullen we uit de warwinkel van meningen trachten te beschrijven. Model Creusen: De opleiding moet gericht worden op de toekomstige maatschap pelijke evolutie en moet dus zeer algemeen zijn. Echter geen samen raapsel van allerlei richtingen! De TH-studie moet eigenlijk een voortzetting van het „voorbereidend wetenschappelijk onderwijs" zijn. Doel is dan inzicht verkrijgen in de grondgedachten van de wiskunde en maatschappijleer door middel van o.a. filosofie en wiskunde. Een suggestie is om pas laat te spesialiseren en snel veranderende vakken post-akademiaal te geven. Bedrijfsopleidingen en afstuderen (skriptie schrijven) in het bedrijf zouden dan tot de mogelijkheden moeten gaan behoren. Verregaande spesialisatie zal (alleen?) bij grote bedrijven plaats kunnen vinden. Als argument tegen spesialisatie in de studie het leren van metodieken) wordt een voorbeeld aangehaald uit de USA. Foto- grammeters werden daar uitgerangeerd omdat zij door hun zeer spesialistische opleiding niet in staat waren om te schakelen. Tegen dit model wat de huidige studieopbouw radikaal door breekt, werd aangevoerd dat er in het algemeen een tendens is naar eerdere spesialisatie. Bijv. waarom moest er een opleiding voor wiskundig ir. geschapen worden Model Eveline: Een ander uitgangspunt is de geodeet te zien als „grondregistre- rende manager". In deze visie worden techniek, ekonomie, sosiologie, planologie e.d. toegepast op de registratie van grond. Kiezen we voor de gronddeskundige dan blijken in het huidige studieprogramma de aksenten verkeerd te liggen. Er zijn te veel fysies-wiskundige vakken en er is te weinig ekonomie, bedrijfs- organisatieleer e.d. Een groot pakket goede dingen zoals recht en planologische vakken zullen behouden moeten worden. Ekonomie, planologie e.d. zouden in de studie geintegreerd moeten worden en gericht op het registreren van grond. Zou het niet beter zijn om mensen die zich in de hogere geodesie willen bekwamen, eerst een wiskundige opleiding van bijv. 3 jaar

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 34