237 van 5 concentrische cirkels opgesteld, met voor het binnenste gedeelte om de 15° en voor het buitenste deel om de 70 30' een spant. De oplegpennen aan de spanten moesten nauwkeurig horizontaal en loodrecht op de straal, vanuit het hart van de mal, staan. De hoogte- en radiale richting van de pennen mocht niet meer van de theoretische maat afwijken, dan 0,3 mm voor de binnen ringen met een straal van ongeveer 1.800 mm, 3.600 mm, 5.500 mm en 8.000 mm en 0,5 mm voor de buitenring met een straal van ongeveer 11.000 mm. ui III li/-- /too x3 O ztAcAA SGHEMATISCH OVERZIGHT VAN HULPMEETPUNTEN .ASSEMBLAGEMAL MET OPLEGPENNEN. GONTOURMALLEN EN FACETTEN. - Fig. 3- In de cirkelvormige open ruimte tussen het binnenste- en buiten- ste deel van de mal werd de draagconstructie van de reflector gebouwd. De draagconstructie rustte op de 4 hoofdsteunpunten welke geen groter hoogteverschil mochten hebben dan 0,05 mm^ de vlakken moesten nauwkeurig horizontaal zijn, de hoeken 90° en de hartafstanden geen grotere afwijking dan 0,25 mm.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 35