248 stelling in niet mindere mate in beslaggenomen door de studie der wiskunde en sterrenkunde. Reeds in 1529 publiceerde hij .Cosmographicus liber Petri Apiani", een „best seller", welke in 80 jaar dertig drukken mocht beleven. Voor ons is het van bijzonder belang, dat de tweede druk (1533) was uitgebreid met een appendix van 16 pags. onder de titel„Libellus de locorum describen- dorum ratione". Uit de Hollandse vertaling (1609) onder de titel: „Een boecxken seer nut ende profijtelyck allen geographiens leerende hoe men eenighe plaetsen beschryven ende het verschil oft distantie derselver meten sal welck tevoren noyt ghesien en is geweest" wordt ons reeds duidelijk gemaakt, dat de bedoeling van dit aanhangsel te maken heeft met triangulatie. Inderdaad wordt op overigens zeer schetsmatige, maar volkomen correcte wijze voor het eerst in de geschiedenis het beginsel der triangulatie verduidelijkt, en geïllustreerd door berekeningen met gefingeerde gegevens. Of Gemma Frisius zijn methode ook werkelijk in practijk heeft gebracht, wordt door de meeste onderzoekers betwijfeld. Over de basismeting laat hij zich niet zo duidelijk uit. Over een eventuele invloed van het werk van Gemma Frisius op latere onderzoekers komen wij in het vervolg nog terug. Wij richten ons nu tot het werk van Tycho Brahe op het gebied der triangulatie. Hieraan is niet minder dan 42 pags. gewijd, waarvan 3 pags. levensbeschrijving. Wij herinneren er alleen aan, dat Tycho Brahe leefde van 1546 tot 1601. Van 1576-1588 mocht hij zich verheugen in de bijzondere protectie van koning Frederik van Denemarken, die hem i.h.b. het eiland Hven in de Sont in leen had afgestaan. Hier heeft hij zijn sterrenwacht Uraniborg op gericht, waar een groot deel van zijn onsterfelijke metingen zijn verricht. Het is echter eerst in de laatste decennia duidelijk ge worden, dat Tycho Brahe op dat eiland naast zijn klassieke astronomische waarnemingen en metingen zich in de jaren 1578-1579 (m.i. tamelijk terloops) heeft beziggehouden met landmeetkundige metingen. In het rapport van de Baltische geodetische commissie (1930) worden voor het eerst door de president, de Deen Norlund, enige opmerkingen gewijd aan vroegere geodetische en cartografische werkzaamheden in Denemarken. Hij vermeldt daarbij, dat Tycho Brahe in 1578-1579 een triangulatie op touw had gezet, met de bedoeling een kaart van het koninkrijk Denemarken samen te stellen. In 1943 en 1944 heeft Nprlund nog verdere uitvoerige publicaties aan deze metingen gewijd. In de recente data van al deze publicaties zien wij de verklaring van het feit, dat van dit werk van Tycho Brahe tot op heden zo weinig melding is gemaakt in de historische werken. Bovendien kan men onmogelijk bijzonder geïmponeerd zijn door dit werk van Tycho Brahe. Afgezien van enkele incidentele berekeningen, heeft hij ons slechts een groot aantal waarnemingen nagelaten, zonder er ernstig over te denken, deze uit te werken. De triangulatie is nimmer volledig uitgewerkt, en de schrijver merkt op, dat een kaart nimmer is

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 46