Nederlandse Landmeetkundige Federatie 256 Verslag van de huishoudelijke vergadering gehouden op 14 mei 1969 in de Aula van de Technische Hogeschool te Delft. Aanwezig: 43 leden. De voorzitter opent te 16.00 uui de vergadering met een woord van welkom. Daarna herdenkt de vergadering met enkele ogenblikken van stilte de in het afgelopen verenigingsjaar overleden leden G. W. Klooster boer, J. Th. Verstelle en G. W. H. van de Ven. De behandeling van het enige ingekomen stuk, het verslag van de kas- commissie, wordt uitgesteld tot punt 4 van de agenda. De voorzitter geeft vervolgens een kort overzicht van de belangrijkste aktiviteiten in het afgelopen jaar. a. Het vraagstuk van de verenigingsstruktuur. De voorzitter deelt mede, dat het rapport van de commissie N.L.F.-N.G.L. dezer dagen aan alle leden van N.L.F. en N.G.L. zal worden toegezonden via de secretarissen van de aangesloten verenigingen. Daarna zullen de leden zich kunnen uitspreken over het voorstel van de commissie om allen die op landmeet kundig gebied werkzaam zijn te bundelen in één vereniging. Als enig alternatief ziet de voorzitter een nieuw soort (federatief) samenwerkings verband tussen meerdere verenigingen. b. Binnenkort hoopt het bestuur een werkgroep te kunnen instellen die de problematiek rondom de toekomst van de geodeet en de geodetische opleidingen gaat bestuderen. Het is de bedoeling deze werkgroep ,,De geodeet in perspectief", samen te stellen uit docenten, stafleden en studenten van de T.H., docenten en studenten van de H.T.S. en een aantal praktijkmensen. Nadat de werkgroep een aantal facetten heeft geformuleerd in de vorm van discussiepunten zal in het najaar 1969 (waarschijnlijk in december) een studiedag worden gewijd aan de vraag: Welke rol zal de geodesie, en daarmee de geodeet, in de toekomstige maatschappij vervullen en hoe moeten de opleidingen hierop worden gericht. Om de werkgroep in staat te stellen een afgerond en zo volledig mogelijk toekomstbeeld te schetsen is het van zeer groot belang dat velen gaan meedenken over genoemde problematiek en daadwerkelijk gaan deelnemen aan de discussies tijdens de studiedag. c. N.L.F.-werkgroepen. c. 1. De werkgroepen Bedrijfsleer I (personeelsaspecten) en II (organisa torische aspecten) hopen eind 1969 of anders begin 1970 hun studie af te sluiten. Getracht zal worden de studieresultaten op een zodanig tijdstip te publiceren, dat in het voorjaar 1970 een studiedag aan deze materie kan worden gewijd, c. 2. De werkgroep „Leidingen-registratie" vordert goed met haar werkzaamheden. Over de technische facetten is men het in hoofdlijnen eens geworden. Momenteel is de aandacht gelicht op de juridische aspecten. De werkgroep heeft ook een enquête gehouden om een indruk te krijgen van de wensen die leven bij instellingen en instanties die met het leggen van kabels en leidingen en de registratie daarvan te maken hebben. Van de 1800 verzonden enquête-formulieren werden er 859 beantwoord. De informatie is inmiddels verwerkt en als belangrijkste punt komt naar voren de wenselijkheid van centrale registratie door de overheid. De werkgroep heeft ook een gesprek gehad met de Staatssecretaris van Financiën die niet afwijzend bleek te staan tegenover de ge dachte van een centrale registratie. De werkgroep hoopt eind 1969 haar studie af te ronden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 54