278 Na deze doorgang worden de resultaten met het bijbehorende „staafdiagram" weer uitgeschreven. Vergelijking met het eerste overzicht (zie punt 4) geeft een inzicht in de veranderingen. Het blijkt dat oorspronkelijk overvraagde vakken nu ondervraagd of sluitend zijn. Daartegenover staat dat oorspronkelijk onder vraagde vakken veranderd zijn in minder ondervraagde vakken, sluitend zijn gemaakt, of zelfs zijn overvraagd. Er is nu een nieuwe toestand ontstaan die vergelijkbaar is met die, welke in punt 4 is beschreven en die eveneens wordt voorgesteld in een lijst van overvraagde en ondervraagde vakken. 12. Het is mogelijk om de in de punten 5 tot en met 10 beschreven werkwijze weer toe te passen en na deze tweede doorgang weer de resultaten uit te schrijven. Men kan vervolgens nagaan of de tweede doorgang veel verbetering (meer sluitende vakken, minder vakken met grote overvraging) tengevolge heeft gehad. 13. Met de resultaten van de tweede doorgang kan weer volgens dezelfde methode een derde doorgang worden gerealiseerd, enz. Blijkt dat herhaling weinig verbetering levert dan kan worden overgegaan tot de toepassing van een andere procedure, die hierna wordt beschreven. Opgemerkt wordt dat bij de hiervoor beschreven gang van zaken er niet op is gelet of de rechthebbende in het nieuwe vak, waarin hij tengevolge van zijn tweede of derde wens is terecht gekomen, een hoger gewicht heeft voor deze tweede (derde) wens dan een rechthebbende die volgens zijn eerste wens in dit vak is geplaatst. 14. In de grafiek (fig. 3), die betrekking heeft op de proef in de ruilverkaveling „Haagsche Beemden", is op de y-as het bedrag van de overvraging aangegeven, nadat de eerste wensen zijn geplaatst. Zij toont verder dat na twee doorgangen weinig ver andering optreedt. De afsluitende procedure gaat uit van het beginsel dat alleen nog een verschuiving van een aandeel mag plaats hebben indien een werkelijke verbetering ontstaat voor de rechthebbende. 15- We gaan er dan vanuit dat in het te behandelen vak een recht hebbende is geplaatst met een aandeel ingevolge de eerste wens. Volgens één van de andere wensen kan geen verschuiving naar een ander ondervraagd vak plaats hebben. 16. De computer gaat na welke van de andere wensen voor hun aandeel het hoogste gewicht heeft. 17. Komen in het gewenste vak aandelen voor van andere recht hebbenden met een lager gewicht, dan wordt het betreffende aandeel in het overvraagde vak geplaatst. 18. Nagegaan wordt of een van de andere rechthebbenden met een lager gewicht dan dat van de nieuwe rechthebbende nog een wens heeft naar een ondervraagd vak. Er vindt derhalve een verdringing plaats in dit overvraagde vak. De „nieuwe" recht hebbende met een hoger gewicht verdrijft de reeds in het vak

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 14