M.L. VEEN, ing., De Ruilverkavelingsovereenkomst in de Balans van de Ruilverkavelingswet De Werkgroep Balans Ruilverkavelingswet heeft in haar rapport Hoofdstuk VII 2 ook aandacht besteed aan de ruilverkavelings- overeenkomst (R.O.). Op de daar behandelde onderwerpen wordt hieronder nader ingegaan. Ad. a. Goedkeuring. Terecht komt de Werkgroep tot de conclusie dat de bemoeienis van de Centrale Cultuurtechnische Commissie (C.C.C.) in de praktijk verder gaat dan alleen een advies aan de minister over de toepasselijkverklaring van bepaalde artikelen uit Titel III van de Wet. De Werkgroep concludeert daarom dat legalisering van de praktijk van vroegtijdige en intensieve inschakeling van de wettelijke ruilverkavelingsorganen nodig is, waarbij tevens plaats moet worden ingeruimd voor tussenkomst van de voorge stelde Provinciale Cultuurtechnische Commissie (P.C.C.). Zonder in te gaan op de mérites van het voorstel tot instelling van een P.C.C. kan gesteld worden, dat ten aanzien van de R.O. deze P.C.C. zeer nuttig werkzaam zou kunnen zijn. Alvorens dit nader uit te werken moge eerst gewezen worden op de recente ontwikkeling in de voorbereidingsprocedure, welke nog niet bij de Werkgroep bekend was en waarbij in een vroegtijdig stadium een voorontwerp aan de Provinciale Directie van de Cultuurtechnische Dienst (C.D.) wordt voorgelegd omvattende: a) Een rapport inhoudende een beschrijving van de landbouwkundige situatie en de in ruilverkavelingsverband na te streven landbouw kundige en landschappelijke verbeteringen. b) Een voorlopig plan van wegen, waterlopen en eventueel andere voorzieningen. c) Een voorlopige raming van de aan deze plannen verbonden kosten. De Provinciale Directie van de C.D. kan principiële goedkeuring verlenen op het voorontwerp na verkregen instemming van de Centrale Directie van de C.D., welke wordt verleend na overleg met de specialistische afdelingen van deze dienst. Dit goedgekeurde voorontwerp dient verder als basis voor de uitwerking van de definitieve plannen en overeenkomst, die aan de C.C.C. worden voorgelegd ter goedkeuring, wanneer ze nagenoeg hun definitieve vorm hebben verkregen, doordat met de betrokken eigenaren 301 Technisch Hoofdambtenaar bij de Koninklijke Nederlandse Heide Maat schappij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 41