overeenstemming over de verschillende onderdelen is bereikt. Door deze wijziging in de procedure wordt enerzijds voorkomen, dat aan de C.C.C. concept-overeenkomsten worden voorgelegd waarin tijdens de latere ondertekeningsfase vaak nog weer ingrijpen de wijzigingen worden aangebracht, en anderzijds een vroegtijdige inspraak van de specialistische afdelingen van de Centrale Directie C.D. verkregen, waardoor de ook door de Werkgroep Balans Ruilverkavelingswet gesignaleerde latere teleurstellingen kunnen worden voorkomen. Daar voor het maken van het voorontwerp overleg met diverse instanties op regionaal niveau nodig is, zou de voorgestelde P.C.C. hier een belangrijke taak kunnen vervullen door het voorontwerp van een R.O. aan een kritische beschouwing te onderwerpen en daarop op basis van specialistische adviezen haar goedkeuring te verlenen. Zij kan één en ander beter bekijken in het kader van de regionale situatie, doordat de direct bij de R.O. betrokken instanties daarin meespreken en dus voor- en nadelen van het plan beter kunnen onderkennen. Wanneer dan de definitieve overeenkomst na ondertekening door alle belanghebbenden voorzien van een advies van de P.C.C. aan de C.C.C. wordt voorgelegd ter goedkeuring zijn er ons inziens voldoende waarborgen geschapen om de Ministeriële Goedkeuring, die in wezen slechts een formaliteit is, te laten vervallen en te vervangen door de goedkeuring van de C.C.C., zoals de Werkgroep in Hoofdstuk II 3 sub a (slot) voorstelt. De Werkgroep gaat niet in op de vraag welke ruilverkavelings instanties bij de voorbereiding van een R.O. moeten worden ingeschakeld. Teneinde de gehele procedure zoveel mogelijk buiten het ambtelijk apparaat om in een open overleg met belang hebbenden te laten verlopen, lijkt het gewenst deze instanties te beperken tot die welke direct betrokken zijn bij de subsidie verlening, dus C.D., C.C.C., S.B.B. en eventueel P.C.C., op dezelfde wijze als dit thans in de praktijk het geval is en verder de gehele voorbereiding en realisering in handen te laten van de Cultuur technische Maatschappijen. Een inschakeling van de Kadastrale Ruilverkavelingsdienst, Gedeputeerde Staten en beroepsinstanties, zoals b.v. de voorgestelde ruilverkavelingsrechter, zou alleen maar de taak van deze instanties verzwaren, c.q. vertragend op de gehele procedure werken, zonder dat daar aanwijsbare voordelen ten opzichte van de huidige procedure tegenover zouden staan. Wel zou het misschien mogelijk zijn de behandeling van reclames tegen de concept-akte en de kostenverdeling te doen plaats vinden door een subcommissie uit de P.C.C. in plaats van uit de C.C.C., daar deze ook weer regionaal beter georiënteerd is. Teneinde landelijk echter een goede coördinatie te verkrijgen zou de definitieve beslissing op het advies van de subcommissie uit de P.C.C. en de vaststelling van akte en kostenverdeling evenals tot nu toe, tot de taak van de C.C.C. moeten blijven behoren. 302

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 42