3°6
van hun inbreng, al dan niet na uitvoering van werken en na aftrek
voor algemene doeleinden"zal bij opneming in Titel I van de Wet
voor alle soorten ruilverkaveling gelden. Ten aanzien van de R.O.
is het beginsel van evenredige toedeling echter geen essentiëel
vereiste, daar iedere partij vrijwillig van dit recht kan afzien door
toedeling of inbreng in geld tegenover inbreng of toedeling van
grond.
Door Prof. De Haan is bij de discussie over het rapport op
15 november 1968 te Utrecht gesteld, dat het beginsel van even
redige toedeling z.i. ook bij de R.O. volledig geldt, maar dat daarvan
bij overeenkomst kan worden afgeweken.
Ons inziens zou het echter, om latere misverstanden te voorkomen,
wenselijk zijn bij opneming van een definitie als hiervoor genoemd,
duidelijk in de wet te laten uitkomen dat afwijking van het even
redigheidsprincipe bij de R.O. mogelijk is.
Hoofdstuk III 2 sub b en 6 en 7.
De doelstelling van de ruilverkaveling wordt in 2 sub b in
eerste instantie beperkt tot behartiging van de belangen van de
landbouw"Men kan zich afvragen of deze beperkingen ook ten
aanzien van de R.O. moeten gelden. Dit mede in het licht van het
gestelde in 6 „Ruilverkaveling bij uitvoering van openbare
werken" en 7 „Ruilverkaveling in urbane gebieden". De bezwaren
die in dergelijke gevallen gelden tegen de wettelijke ruilverkaveling,
zijn ons inziens juist ten aanzien van de R.O. van veel minder
betekenis, omdat hier de problemen in onderling overleg met alle
betrokkenen kunnen worden opgelost. Vooral t.a.v. de zgn. aan
passingsverkavelingen en bufferzones in landelijke gebieden tussen
stadsgewesten kunnen veel problemen door middel van de R.O.
worden opgelost, terwijl het aanbeveling zou verdienen deze vorm
van ruilverkaveling ook bij stadsreconstructie mogelijk te maken.
Hoofdstuk F 3 sub d.
De onder 6° voorgestelde beschikkingsbevoegdheid voor de toe
komstige eigenaren vanaf de vaststelling van het plan van toedeling,
zou ook voor de R.O. veel problemen oplossen, als deze beschikkings
bevoegdheid aan de toekomstige eigenaren werd toegekend vanaf
het moment dat de overeenkomst is tot stand gekomen en overgeschreven
in de openbare registers. Voor het notariaat zouden hierdoor veel
problemen bij het opmaken van akten met betrekking tot in een
R.O. opgenomen percelen worden opgelost en het rechtsverkeer
zou er door worden bevorderd.
Hoofdstuk F 3 sub f.
Het afschaffen van de notariële akte van toedeling voor de
wettelijke ruilverkaveling, zoals hier voorgesteld, komt ons inziens
voor de R.O. niet in aanmerking. De afsluiting van de gehele proce-