3°8
Na eerst enkele jaren te hebben gewerkt aan de afronding
van de secundaire driehoeksmeting en aan de bekende uitgave
„Staten van Waarnemingen en Uitkomsten" heeft hij het bewaken,
bijhouden en aanvullen van de punten van de Rijksdriehoeksmeting
sinds 1930 met grote ijver en deskundigheid verricht. Hoewel
de puntsbepaling toendertijd gedeeltelijk routinewerk was, was hij
er steeds op uit dan hier, dan daar, nieuwe en handige methoden
aan te geven voor de metingen en berekeningen. Daar waar een
ander door terreinsomstandigheden of door de situatie op een toren
geen kans voor achterwaartse insnijdingen zag, wist hij door een
ingenieuze keuze van standplaatsen en een niet minder ingenieuze
wijze van centreringen dikwijls een oplossing te geven.
Dubbel- en meervoudige puntsbepaling werden regelmatig door
hem toegepast. In de periode toen logaritmentafels werden ver
vangen door tafelrekenmachines, ontwierp hij nieuwe reken
methoden. Daarnaast echter werd hij dikwijls belast met bijzondere
opdrachten: het richten van radio-antennes naar andere wereld
delen, het bepalen van astronomische azimuts, terwijl ook de
astronomische lengtebepaling in Leeuwarden, Ameland, Zierikzee en
Goedereede werden verricht toen hij als hoofd van het bureau
de leiding had. Ook publiceerde hij geregeld in het tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde en zijn „boekje" in de Servire
reeks „Landmeetkunde", dat 160 pagina's omvat, bewijst hoezeer
Meertens thuis was in de geodesie en hoe hij moeilijke problemen
kort en duidelijk wist te formuleren.
Maar ook buiten het vakgebied had Meertens meer dan gewone
belangstelling. Over godsdienst, politiek en economie had hij
zeer gefundeerde meningen. Daarnaast was hij een uitnemend
amateur-bioloog, die tijdens de buitendienst zijn medewerkers
veel kon leren. De goede en min of meer patriarchale verhouding
ten opzichte van hen uitte zich ook daarin, dat hij van grote belang
stelling blijk gaf voor hun persoonlijk- en familieleven. Een zekere
traditie heeft hij gevestigd door elk van zijn medewerkers met
Sint-Nicolaas op een speciale manier te verrassen.
Langzamerhand heeft hij zich teruggetrokken. Eerst met ver
vroegd pensioen, op 58-jarige leeftijd, uit het dienstvak, daarna
steeds meer uit het gezelschapsleven, tot zich in januari 1968
een ziekte openbaarde die zijn opname in een inrichting nodig
maakte.
Meertens heeft, ondanks zijn vele vrienden, als vrijgezel toch
een eenzaam leven gehad. Hij klaagde echter nooit, integendeel,
steeds was er een optimisme bij hem aanwezig, dat op anderen
oversloeg. Zijn overtuigend geloof en de trouwe vervulling van
zijn godsdienstige plichten zullen hiervan de bron zijn geweest.
G. J. Bruins