309
Testprocedure voor analoge fotogrammetrische
uitwerkingsinstrumenten
Ingenieursscrifttie van H. J. G. L. Aalders
Testprocedures voor analoge uitwerkingsinstrumenten kunnen
worden verdeeld in statische testen (monoculair en stereometrisch)
en dynamische testen.
Uit het uitgevoerde litteratuuronderzoek blijkt, dat het merendeel
der testen monoculaire statische testen zijn. Dit zijn roost er-
plaatmetingen met behulp waarvan afwijkingen in een instrument
kunnen worden bepaald. De in de litteratuur beschreven afwijkingen
zijn: afwijkingen in de oriënteringselementen van de kamera,
de lensvertekening, de zogenaamde ,,X-Schiefe" en „Breitenfehler"
en de excentriciteiten in de kardanpunten van de straalstang.
Stereometrische testen zijn roosterblokmetingen, die een algemeen
inzicht geven in de nauwkeurigheid van het onderzochte instrument.
Meestal worden ze toegepast, nadat roosterplaatmetingen voor
beide projectoren en de daar eventueel op volgende instrument
regeling heeft plaatsgehad.
Statische testen zijn integraal, dat wil zeggen: alle mogelijke
fouten opsporend met een gering onderscheidingsvermogen, of
partieel, dat wil zeggen: afwijkingen in detail beschouwend.
Dynamische testen sporen, in tegenstelling tot statische testen,
die afwijkingen op, die een instrument vertoont tijdens het continu
kaarteren van lijnen, zoals bijvoorbeeld hoogtelijnen. Deze af
wijkingen zijn onder meer: speling, elastische doorbuiging en het
reactievermogen en de foto-interpretatie van de operateur.
De uitgewerkte testprocedure maakt gebruik van het in de
litteratuur aanwezige materiaal betreffende de afwijkingen bij
de instelling van de oriënteringselementen van de projectoren,
de „X-Schiefe" en „Breitenfehler", de excentriciteiten van de
kardanassen van de straalstang en de radiaal-symmetrische lens
vertekening. Daarnaast worden formules afgeleid, die de afwijking
in de evenwijdigheid van de parallelgeleidingen beschrijven, de
schaarfouten van de A8, de afwijkingen in de orthogonaliteit van de
modelassen (de affiniteit) en de pseudo-radiaal-symmetrische verte
kening (de elastische doorbuiging van de straalstang en plaatdrager)
De testprocedure kan, bij een overtallig aantal waarnemingen,
met behulp van de vereffeningsmethode der kleinste kwadraten
(2e standaardvraagstuk) de in de vorige alinea vermelde afwijkingen
in een willekeurige kombinatie berekenen, alsmede de voor de
interpretatie benodigde gewichts- en korrelatiekoëfficiënten van
die afwijkingen en de restfouten. Daarnaast wordt een schatting
van de variantiefaktor gedaan, teneinde de betrouwbaarheid van de
meting te kunnen beoordelen.
Voor een grafische interpretatie zijn foutentonende figuren
in de scriptie opgenomen.