bedragen nagenoeg gelijk zijn (verschil tot 3 a 4% van de vak-
waarde) aan de vakwaarde: het vak sluit. Een overzicht in tabel
vorm of op een kaart van de verschillen tussen gewenste bedragen
en vakwaarde toont de overvraagde, sluitende en ondervraagde
vakken. De ontwerper begint nu met te trachten een overvraagd
vak sluitend te maken. D.w.z. dat hij één of meer rechthebbenden
uit dit vak moet verwijderen. Bij de vergelijking die hij moet treffen
gaat hij uit van de „redelijkheid" van de eerste wensen, die door
de in het vak voorkomende rechthebbenden zijn geuit. Het begrip
„redelijkheid" is echter zeer betrekkelijk. Met het oog op de auto
matisering zijn vier gradaties ingevoerd: zeer redelijk, redelijk,
minder redelijk en onredelijk. Voorbeelden waarop deze gewichts
bepaling want daar komt het in feite op neer berust, volgen
hier:
„zeer redelijk" worden die wensen geacht die betrekking hebben op
objecten die men niet van plaats kan veranderen bijv. een
huisperceel of op een aantal ingebrachte verspreid liggende
percelen die in of zeer nabij het gevraagde vak zijn gelegen en
waarvoor één nieuwe kavel wordt teruggevraagd;
„redelijk" wordt bijv. een wens geacht indien een aantal percelen
in of nabij het gevraagde vak is gelegen en tezamen met enige
verder weg gelegen percelen, die in waarde betrekkelijk gering
zijn, in het betreffende vak als één kavel worden gewenst;
„minder redelijk" kan men het achten, dat het omgekeerde wordt
gevraagdin het gevraagde vak is één ingebracht perceel gelegen
de rechthebbende wenst dat een aantal verder weg gelegen
percelen wordt samengevoegd met dit ene perceel in dit vak;
„onredelijk" is een wens van een rechthebbende, wiens ingebrachte
percelen op enige kilometers van het dorp af zijn gelegen en die
hij terug vraagt in een vak op korte afstand (400 of 500 meter)
van het dorp af. Of die van een rechthebbende die grond van
slechte kwaliteit inbrengt en grond van zeer goede kwaliteit
terug vraagt.
Dit zijn maar enkele voorbeelden die al doen uitkomen hoe sub
jectief de beoordeling van de ontwerper is. Een huisperceel brengt
geen moeilijkheden met zich; ook de onredelijke wens is nog wel
vrij objectief te beoordelen. Moeilijker is het de wensen van twee
of meer rechthebbenden tegen elkaar af te wegen t.a.v. de be
oordeling, „redelijk" of „minder redelijk". Toch is het noodzakelijk
dat de ontwerper van het nieuwe toedelingsplan beslissingen neemt
het vak is overvraagd en er moeten rechthebbenden uit worden
verwijderd. Voor het nemen van de beslissingen weegt hij de rechten
(op grond van de situatie van de ingebrachte percelen) en tevens
de belangen van de verschillende rechthebbenden af. Is de beslissing
genomen dan worden een of meer van de rechthebbenden met de
bijbehorende geldbedragen uit het vak verwijderd; het totaal van
2J0