(nummers der rechthebbenden, de wensen, de gewichten, de interne
en externe koppelingen) en de vorm waarin de uitvoer moet plaats
vinden. Wanneer uit de alternatieven een keus is gedaan kan het
rekenprogramma worden geschreven.
5.2. De gewichten
Tijdens de voorbereidende besprekingen werd uitgegaan van de
gedachte om gewichtsgetallen van één tot tien te gebruiken. Dit
aantal bleek voor een „intuïtieve" gewichtstoekenning te groot te
zijn. Tenslotte werd besloten vier gewichten volgens de eerder
beschreven kwalifikatie vast te stellen. Het gewicht 4 geldt voor
die wensen, waaraan voldaan moet worden; de redelijke wensen
ontvangen het gewicht 3; de minder redelijke en onredelijke wensen
resp. de gewichten 2 en 1. Men zou kunnen zeggen dat er 2 „vol
doende" en 2 „onvoldoende" gewichten zijn.
Men dient hierbij goed in het oog te houden dat de gewichten geen
rekengrootheden, geen faktoren, zijn. Zij worden als gegevens in de
Tekenprocedure opgenomen om de computer een keuze te laten
doen, zoals uit de hierna volgende beschrijving zal blijken.
5.3. De registratie der wensen
Men kan de wensen op schrift stellen zoals dat tot nu toe is
gebeurd; vervolgens worden gewichten toegekend en tenslotte de
gegevens voor de berekening op ponskaarten of ponsband over
gebracht. Voor de in de ruilverkaveling „Haagsche Beemden" ge
nomen proef is voor de registratie weer gebruik gemaakt van de
informatiebladen, die gelezen worden door de Optische Bladlezers
IBM 1231 en 1232*.
Er zijn twee formulieren ontworpen:
ie. één voor de notering der wensen (fig. 1). Links boven noteert
men het nummer van de rechthebbende. Daaronder wordt een
gevraagd bedrag ingevuld. In de rechterkolom streept men de
vakken aan, waarin deze waarde volgens de ie, 2e en 3e wens
is gevraagd. Tevens ziet men een ruimte om een E(xterne)
K(oppeling) aan te duiden. In de linkerkolom komen vier
kolommen voor, waarin de gewichten voor de eerste, tweede en
derde wensen worden aangestreept. Verder zijn er nog 15 posities
(A t/m P) open voor de vermelding van speciale coderingen.
Eén hiervan is bestemd voor het aangeven van een interne
koppeling. Men zou hierin ook de verschillende culturen (bouw
land, weiland, enz.) kunnen aanbrengen als hieraan behoefte
bestaat.
Tenslotte is rechtsboven nog een mogelijkheid om de volg
nummers der formulieren per rechthebbende aan te geven, indien
één formulier niet voldoende is voor de notatie van alle wensen.
272
Zie artikel Ir. M. J. M. Bogaerts: Een nieuwe methode voor het
registreren van meetgegevens. T. v. K. en L. 1965, blz. 257 e.v.