344
van de grensbeek zijn aangekocht krachtens een notariële akte. In
dit tegenwoordig meest voorkomende geval, slingert de gestippelde
ongewijzigde gemeentegrens zich als een winde om de strakke ge
normaliseerde beekgrenzen van de kaart, waarbij in massa lus-
vormige overhoeken zijn gevormd. Daar de kadastrale plans ge-
meentesgewijs zijn aangelegd, komt het genormaliseerde gedeelte
in gemeente A niet voor op het aangrenzende kadastrale plan van
gemeente B en omgekeerd, hetgeen de raadpleging der kaart be
paald niet vergemakkelijkt. De in het terrein onzichtbare gemeente
grens beheerst de kadastrale situatie ter plaatse.
Het gebruik van overhoeken tegen een dergelijke beek aan regelt
zich vrij vaak zodanig, dat het de gebruikers zo weinig mogelijk
geld kost. De bezitstoestand van deze perceeltjes kan dan in de loop
der tijd sterk afwijken van de eigendomstoestand, terwijl in de
kadastrale legger veelvuldig oude tenaamstellingen blijven bestaan,
die hun waarde verloren hebben, want dergelijke kleine perceeltjes
worden vaak vergeten bij een transportakte of boedelscheiding.
Wat er echter ook in het terrein gebeurd is en hoe de kadastrale
toepassing van de meting ook mag uitvallen, de gemeentegrens,
gevormd door het midden van de oude waterlossing, blijft bestaan
en leidt een eigen leven (zie tekening)
Het komt ook voor, dat een meanderende grensbeek zich in de
loop der tijd krachtens haar natuur of geholpen door niet te achter
halen menselijke activiteit in enkele bochten een flink eind ver
plaatst heeft. De vraag of in dit geval de gemeentegrens mee ver
plaatst is kan mijns inziens bevestigend beantwoord worden, daar
er geen afwijking ontstaan is met de beschrijving in het proces
verbaal van grensbepaling en er van een principieel verschil tussen
een beekje en een rivier in deze geen sprake kan zijn. (Een Minister
van Financiën bevestigde dit bij missive nr. 25 van 19-2-1907).
Betreft het immers een bevaarbare en vlotbare rivier, dan kan het
midden van de „Thalweg" bij natuurlijke wijziging der rivier ambts
halve verbeterd worden, tenzij in het proces-verbaal van grens
bepaling anders is bepaald (art. 449 Instructie Kadaster).
Ziet het er door toenemende normalisaties met de zichtbaarheid
der gemeentegrenzen weinig rooskleurig uit, de uitvoering van de
Ruilverkavelingswet 1954 geeft dit vraagstuk nog eens een extra
dimensie. Meer nog dan de toepassing van art. 12 der Waterstaats-
wet 1900 brengt de uitvoering van de Ruilverkavelingswet 1954
verbeteringen aan in de waterhuishouding der landbouwgebieden.
Bijna alle cultuurgronden in Nederland zullen vroeg of laat de in
vloed van de Ruilverkavelingswet ondergaan.
Daar de gestemde ruilverkavelingsblokken tegenwoordig een
respectabele grootte hebben, brengt praktisch elke ruilverkaveling
die in bewerking is of die nog komen gaat één of meer gemeente
grensproblemen mee, die vooral bij de kadastrale afwerking naar
voren springen. Het is immers een normaal verschijnsel dat een
ruilverkavelingsblok gronden uit verschillende gemeenten omvat