352 lijke publicaties, daarin te verwijzen naar het ten hypotheekkantore overgeschreven Besluit van Gedep. Staten, en mede te delen dat de correcties reeds in de kadastrale bescheiden zijn of zullen worden toegepast. Waterschappen, wegschappen, veenpolders e.d. ontvangen een afschrift van het Besluit van Gedeputeerde Staten. f) In het voorstel tot grenscorrectie kan in een uitzonderlijk geval een „gebouwd" perceel betrokken zijn. Gemeentebesturen dienen dan vóór de indiening van het voorstel met de betrokken eigenaar (huurder) van de woning tot volledige overeenstemming over de eventuele gevolgen van de gemeentewisseling te zijn gekomen. Het van deze „inspraak" opgemaakte proces-verbaal wordt te- samen en gelijktijdig met het voorstel tot grenscorrectie bij het College van Ged. Staten ingediend. g) Het College van Gedep. Staten dient door gemeentebesturen schriftelijk en volledig te worden geïnformeerd over de onzicht baarheid der gemeentegrenzen. Deze punten bevatten waarschijnlijk wel genoeg „stof" om door departementale vaklieden tot een goed wetsontwerp en een over tuigende memorie van toelichting verwerkt te kunnen worden. Ervan overtuigd, dat zowel bij gemeenten als bij het kadaster veel waardering zal zijn voor een spoedige voorbereiding van een hiervoor geschetst wetsonwerp, ontkomt men niet aan de vraag binnen welke tijd een aanvulling van de Grondwet in door mij be doelde zin opgemaakt en door 2e en ie Kamer geloodst kan worden. Een vraag zonder antwoord, helaas. Er rest tenslotte de vraag of er nog andere wegen openstaan om kleine grenscorrecties of efficiënte en dus snellere wijze dan thans gelegaliseerd te krijgen. Men zou eraan kunnen denken de voor dit onderwerp belang rijkste wetten, namelijk de waterstaatswet, ruilverkavelingswet en onteigeningswet met desbetreffende artikelen aan te vullen. Mijns inziens verdient deze weg geen aanbeveling, omdat dan voor het gestelde doel slechts 3 mogelijkheden open staan, waartegen mijn ontwerp een maximaal aantal stelt. Bovendien zou veel meer legis latief werk verricht moeten worden. Collega Daanje zag desgevraagd nog wel heil in de bestaande werkwijze indien Gedep. Staten en het Departement van Binnenlandse Zaken zich meer in deze zaken zouden willen verdiepen en bij voorbaat niet reeds tegen het werk opzagen. Hij schreef verder: „Alhoewel de wetsprocedure omslachtig is, zou er een algemeen geldend concept voor dergelijke wetjes opgemaakt kunnen worden, waarin voor elk geval nadien het beloop van de nieuwe grens wordt omschreven. In de toelichting dient er op gewezen te worden, dat de grenswijziging om overgangen van betrekkelijk kleine delen van de gemeenten gaat en dat die grenswijziging door wederzijdse ge meentebesturen wordt verlangd. Dat laatste geeft m.i. voldoende garantie dat geen rigoureuze veranderingen worden voorgesteld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 40