357
trachten een antwoord te geven op de vraag welke eisen men dient te
stellen aan precisie en betrouwbaarheid van puntsbepalingssystemen.
4. Werkgroep ,,de Geodeet in perspectief"
De werkgroep die de geodetische opleidingen in studie zal nemen is op
2 juli j.l. voor het eerst bijeen geweest. De deelnemers zijn Prof. ir. VV.
Baarda (gespreksleider), B. H. W. Benda (lid N.G.L.), Ir. J. de Boer
(praktijk), Ir. M. W. F. Creusen (praktijk), Ir. C. J. W. de Jong (leraar
H.T.S.), Ir. G. H. te Kronnie (praktijk), J. Martens (student T.H.),
Ir. J. C. de Munck (wetenschappelijke staf T.H.), H. Quee (student
T.H.), P. de Vries (student H.T.S.), Ir. A. Waalewijn (praktijk), Ir.
G. A. van Wely (wetenschappelijke staf Landbouwhogeschool) en Ir.
P. v. d. Wulp (praktijk). De eerste taak van de werkgroep bestaat uit de
voorbereiding van een discussiedag, die waarschijnlijk medio januari
1970 in Delft zal worden gehouden.
5. Werkgroep stedelijke herverkaveling" i.o.
Het Instituut voor Bouwrecht heeft het initiatief genomen om te komen
tot de oprichting van een werkgroep die de herverkaveling van te saneren
stedelijke gebieden (oude stadskernen) in studie zal nemen.
Naast het Instituut voor Bouwrecht zal aan het overleg worden deel
genomen door vertegenwoordigers van het Ned. Instituut voor Ruimte
lijke Ordening en Volkshuisvesting en de N.L.F.
De N.L.F.-vertegenwoordiging zal bestaan uit de heren Prof. ir. G. F.
Witt, Ir. W. J. J. van Lent, Ir. A. Scheffer en Ir. G. Homan.
Prof. mr. P. de Haan wordt voorzitter van de werkgroep.
6. Programma 1970.
Naast de reeds genoemde discussiedag over de geodetische opleidingen
c.a. die voor medio januari 1970 op het programma staat, zal, zoals
gebruikelijk, in mei 1970 een studiedag worden gehouden met daaraan
gekoppeld de jaarlijkse huishoudelijke vergadering. Het wetenschappelijk
gedeelte van de studiedag zal zo mogelijk worden gewijd aan het rapport
van de werkgroep „leidingenregistratie".
In het najaar van 1970 zal een congres (met dames) worden gehouden.
Over het thema van het congres is wel gediscussieerd, maar hieruit zijn
nog geen concrete plannen voortgekomen.
7. Enquêtes m.b.t. de verenigingsstructuur.
Uitvoerig werd van gedachten gewisseld over de resultaten van de onder
de leden van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde en de
Vereniging van Civiel-Landmeters en Geodetisch Ingenieurs gehouden
enquêtes m.b.t. de verenigingsstruktuur. Na analyse van de uitkomsten
zijn de beide besturen van voornoemde verenigingen tot de conclusie
gekomen dat onder de huidige omstandigheden de voorkeur uitgaat naar
de oprichting van een ingenieursvereniging die dan als overgangsvorm
naar een eventueel later te stichten algemene landmeetkundige vereniging
kan worden beschouwd. Besloten werd op korte termijn het bestuur van
het N.G.L. uit te nodigen voor een gezamenlijke bespreking van de en
quête-resultaten.
Alvorens de vergadering te sluiten richt de voorzitter zich tot zijn voor
ganger, Prof. ir. A. J. van der Weele, die voor het laatst de hoofd
bestuursvergaderingen bijwoont. Hij dankt hem voor het vele dat hij in
de afgelopen jaren in het belang van de N.L.F. heeft gedaan, gecombineerd
met zijn zeer drukke werkkring.
Prof. Van der Weele is op zijn beurt erkentelijk voor de prettige wijze
waarop hij met allen heeft mogen samenwerken.
de secretaris van de N.L.F.,
Ir. D. van der Wulp.