Wij hebben echter gezien dat van zo'n raadpleging geen sprake meer is en dat de burgers in de praktijk doorgaans zonder meer op het kadaster vertrouwen. En ik ben met Nakken1) eens, dat dit onder liet nieuwe B.W. heus niet veel anders zal worden. Zo belangrijk is de goede-trouw-bescherming nu ook weer niet, dat men alleen maar om deze deelachtig te worden de openbare registers zou gaan raadplegen. Niet die bescherming als zodanig is erg belangrijk, doch de goede trouw zelf. Dit zou pas anders worden, wanneer het vertrouwen van de burgers op het kadaster vaak werd beschaamd, omdat zij dan aan die bescherming dringend behoefte zouden hebben. Daarvan is echter tot nu toe niet veel gebleken, zeker niet uit processen. Toch kan een derdenbescherming ook als afronding van het kadas trale stelsel wel nuttig zijn, maar is het dan reëel haar alleen te geven op basis van titelonderzoek in de openbare registers wan neer men tevoren weet dat een dergelijk onderzoek toch zelden zal plaats vinden Zoals de genoemde bepalingen van het Ontwerp B.W. nu zijn geredigeerd, zullen zij nog afgezien van hun in gewikkeldheid waarschijnlijk gedoemd zijn goeddeels dode letters te blijven. Op dit punt zal het nieuwe wetboek al weer ver ouderd zijn, nog ver voordat het is vastgesteld. Aan de andere kant kan men de goede-trouw-bescherming ook maar niet zonder meer op basis van het bestaande kadaster verlenen. Wat de kadastiale tenaamstelling en omschrijving der rechten betreft, zou het misschien nog gaan,maar wat de kadastrale gren zen betreft zeker niet. Daarvoor zijn de gegevens omtrent die grenzen in grote gebieden van ons land teveel verouderd. Ook af gezien van de derdenbescherming zal men daarom toch op den duur in die gebieden tot een vernieuwing van het kadaster moeten komen en in het Rapport van de Staatscommissie wordt op p. 27 dan ook de wenselijkheid daartoe uitgesproken. Bovendien zal zeker de helft van ons grondgebied aan ruilverkaveling of ont eigening worden onderworpen, hetgeen tevens een vernieuwing van het kadaster insluit. Geleidelijk zullen wij in Nederland naar een situatie toegroeien, waarin ook de kadastrale grenzen over het algemeen voldoende nauwkeurig met de rechtsgrenzen overeen stemmen. Tegen deze achtergrond lijkt de vraag gewettigd, of het niet wenselijk ware geleidelijk over te gaan tot invoering van een positief stelsel op basis van een vernieuwd kadaster. De door Rijtma2) onlangs nog opgesomde bezwaren tegen een dergelijk stelsel in het algemeen zouden m.i. daarvoor geen beletsel behoeven te zijn. De hoge kosten van de kadastervernieuwing moeten toch worden gemaakt en dat de invoering zich over een lange tijdsruimte zou uitstrekken acht ik geen enkel bezwaar. Per slot van rekening ligt W.P.N.R. no. 4996, p. 246. 2) W.P.N.R. no. 4962, p. 363.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 27