Door het vervallen van de militaire uitgave van de kaart op de
schaal 1125.000 in 1964, ontstonden problemen over de financiering
van deze voor de niet militaire instanties zo belangrijke en on
misbare kaart. In de verschillende commissies was de heer Den
Hengst steeds degene die het algemeen belang van deze kaart met
kracht heeft verdedigd. Hoewel de eindbeslissing over deze wijze
van financiering nog niet is gevallen, is het vervallen van deze
kaartserie nu geen punt van discussie meer.
In 1965 kon de heer Den Hengst met zijn naaste medewer
kers vele relaties uit de militaire en civiele wereld ontvangen
ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de dienst. Een
tentoonstelling over deze periode trok veel belangstelling. De uit
gave van een gedenkboek kon door het gebrek aan financiële
middelen geen doorgang vinden.
De nog steeds niet uniforme schrijfwijze van aardrijkskundige
namen kreeg een belangrijke impuls door afspraken welke gemaakt
zijn met enkele andere rijksdiensten, die nu een zelfde schrijfwijze
zullen toepassen.
Van vele commissies en werkgroepen was de heer Den Hengst
lid. Als nederlands vertegenwoordiger nam hij in 1962 deel aan de
V.N. conferentie in Bonn over de Internationale Wereldkaart
1.1.000.000 en in 1966 aan de International Civil Air Organization
Conference te Montreal.
Het kaartenarchief van de dienst, hetwelk bijzonder mooie
kaarten en kaartseries bevat, was in de loop van de jaren door
vele verplaatsingen door elkaar geraakt. De ordening werd in 1968
in zijn opdracht ter hand genomen. Bij zijn afscheid kon hij consta
teren dat de inventarisering ver gevorderd was en dat daarna met
de catalogisering van het omvangrijke materiaal kan worden
begonnen.
Nog onderzijn leiding werd in 1968 begonnen aan een intern be
raad over de inhoud en kartografische vormgeving van de topogra
fische kaarten in relatie tot de huidige maatschappelijke behoefte
aan topografische en thematische informatie. Een en ander resul
teerde in 1969 in een bespreking met de grote gebruikers van de
topografische kaart en het daarna instellen van enkele werkgroepen.
De resultaten zullen, gezien de duur van het kaarteringsproces,
over enkele jaren eerst zichtbaar zijn.
Zijn wijze van optreden was beminnelijk en niet formeel, waar
door hij een goed contact had met al zijn medewerkers.
Van burgelijke en militaire zijde kwamen vele bekenden en
relaties hem op zijn afscheidsreceptie op 19 december de hand
drukken. Dat zo velen de tocht naar Delft ondernamen moet voor
hem een bijzondere voldoening bij zijn afscheid geweest zijn.
Ir. A. J. Kers
33