35 Hij werkte er eerst bij de „gewone dienst" maar na Tienstra's vertrek als lector naar Wageningen (in september 1931) kwam hij bij de hermeting van Amsterdam. Aan dit grote werk hebben we gedurende bijna 10 jaar intensief samengewerkt en in die jaren heb ik zijn warme belangstelling er voor kunnen peilen. Samen hebben we er in de binnenstad onze eerste astronomische azi- mutsbepahng uitgevoerd en ieder van ons heeft er, veelal huis in huis uit, delimitaties verricht in percelen waar vaak onbeschrijf- lijke hygiënische (wan)toestanden heersten en die thans met recht het predicaat krotwoning zouden krijgen. Tijdens de oorlog de hermeting lag toen vrijwel stil is Ragut overgeplaatst naar het bureau van de landmeetkundige dienst van het Kadaster te 's-Hertogenbosch waar hij tot juli 1952 heeft gewerkt. Reeds toen openbaarden zich de eerste verschijnselen van het hartgebrek waaraan hij thans is gestorven. Nadat hij op 1 januari 1948 benoemd was tot landmeter van het Kadaster iste klasse was hij één van de eersten die gebruik maakte van de overgangsregeling om, door het indienen van een scriptie, alsnog de titel geodetisch ingenieur te behalen. Op 22 juni 1950 werd hem het diploma uitgereikt naar aanleiding van zijn studie „Toepassing van invar bij basismetingen". Op 1 juli 1951 volgde zijn benoeming tot hoofdlandmeter en op 1 juli 1955 die tot hoofdlandmeter A. Hiervoor vermeldde ik reeds zijn overplaatsing naar Zwolle op 1 juli 1952 als hoofd van het bureau B.L.W. aldaar. Ondanks onze divergerende werkkringen gedurende meer dan twintig jaar zijn, na ons gezamenlijk verblijf in Amsterdam, onze prettige relaties steeds blijven bestaan en altijd vormde, wanneer mijn vrouw en ik de Raguts bezochten (het laatst deze zomer) ons vak, waaraan hij zo zeer was toegewijd, en Amsterdam nog een punt van gesprek. Met het onderwerp reizen waarvan hij en zijn vrouw zoveel hielden en waarvan zij, na zijn pensionering, zoveel hebben geprofiteerd. Nu heeft hij, gelukkig zonder enig lichamelijk lijden, de grote reis gemaakt waarvan niemand terugkeert. Op de prachtige winter morgen van de dag van Sint Nicolaas is hij in Dieren onder grote belangstelling gecremeerd. Moge het zijn vrouw gegeven zijn de harde en onverwachte slag die haar heeft getroffen zo goed mogelijk te boven te komen. N. D. Haasbroek

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 37