38 Het stembureau wordt gevormd door Ir. Koen en Ir. Ruitenbeek. Bij de eerste en enige stemming werden uitgebracht 74 stemmen, waarvan 56 op W. van Berk, 16 op F. W. Avenarius en 2 blanco, door welke uitslag W. van Berk gekozen is tot voorzitter. De voorzitter wenst de heer van Berk geluk met zijn verkiezing en het vertrouwen dat de vergadering in hem stelt. De mening, dat een eventuele regionale gebondenheid van het bestuur een bezwaar zou zijn, werd door de voorzitter, onder verwijzing naar de Wijzen uit het Oosten", niet onder schreven. Vervolgens dankt de voorzitter voor de bereidheid van de heer Avenarius zich kandidaat te stellen. De vergadering brengt voor deze bereidheid dank met een applaus. 5a. Bespreking van het bestuursvoorstel t.a.v. de vereniginsstructuur De voorzitter stelt voor dit punt vóór de middagschorsing ter discussie te stellen. Hij resumeert ten aanzien van de feiten. De gehouden enquête dient beschouwd te worden als een opiniepeiling, niet als een referendum. De uitslagen van de in onze vereniging en de Ver. v. C.L.G.I. gehouden enquête luidden in procenten Uit deze uitslag blijkt een tegengestelde opinie tussen de beide vereni gingen. Er is echter wel een bijzondere gelijkgestemdheid m.b.t. de uitgave van het Tijdschrift. Bij C.L.G.I. 94% voor één Tijdschrift en bij K. en L. 70% voor één Tijd schrift. De uitslag maakte nader beraad nodig tussen de besturen van de beide verenigingen. In dit overleg werd besloten zo spoedig mogelijk tot de vor ming van één ingenieursvereniging te geraken met een nauwe samenwerking met de overblijvende groeperingen. De nieuwe vereniging zal de taken overnemen van de huidige N.L.F., zoals het onderhouden van de buitenlandse kontakten, instelling van werk groepen, bevordering van de wetenschappelijke vorming zoals post-acade- miale kursussen, etc. Daarnaast dient een wezenlijk kontakt gelegd te worden met het N.G.L. om te komen tot het uitgeven van één tijdschrift en eventueel het over nemen en onderhouden van een bibliotheek. De Vereniging voor Kadas ter en Landmeetkunde blijft als vakorganisatie bestaan met uitsluitend gewone leden. De vergadering zal vandaag het bestuur al dan niet moeten machtigen een ingenieursvereniging te doen constitueren. De voorzitter geeft naar aan leiding van het voorgaande en van het in Orgaan nr. 71 afgedrukte bestuurs- standpunt gelegenheid hierop nader in te gaan. Ir. Koen vraagt zich af of het bestuursstandpunt niet in strijd is met de uitslag van de enquête. De voorzitter antwoordt hem, dat de Ver. v. C.L.G.I., gezien hun uitslag van de enquête, niet kan besluiten voor het alleen maar samengaan met de Ver. v. K. en L. In de statuten van de nieuwe ingenieursvereniging moet de samenwerking met het N.G.L. worden omschreven. De heer Beukman vertolkt de mening van de afdeling Amsterdam als hij zegt dat de afdeling geporteerd is voor één ingenieursvereniging, mits de Ver. v. C.L.G.I. hier van harte mee instemt. Hij toont enige vrees voor de bijdrage van de leden van Ver. v. C.L.G.I. De voorzitter vindt dat de huidige taken van de N.L.F. worden overgenomen door de nieuwe ingenieursvereniging en indien mogelijk nog iets meer. Ir de Ridder zegt, dat de woorden „fase in de mogelijke ontwikkeling" voor één algm. ver. voor één ingenieursver. voor de bestaande toestand handhaven 3% 17% C.L.G.I. 72% K. en L. 31% 25% 52%

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 40