39
hem dwars zitten. De beoordeling van deze stap wil hij overlaten aan de
nieuwe ingenieursvereniging.
De voorzitter is van oordeel, dat de Ver. v. K. en L. in de onderhandelingen
heeft rekening te houden met de feitelijke uitslag van de enquête bij de Ver.
v. C.L.G.I.
Ir. Homan twijfelt aan de waarde van de enquête-uitslag. Een latere
uitslag van een opinie-peiling zou laten zien, dat het bestuur van de Ver. v.
C.L.G.I. geen mandaat zou hebben.
De voorzitter antwoordt dat het bestuur van de Ver. v. C.L.G.I. andere
berichten heeft gekregen. Het hele compromis zou hierdoor op losse schroeven
komen te staan.
Ir. de Ridder herhaalt zijn bezwaar tegen het statutair vastleggen van
de „fase".
De voorzitter wijst nogmaals op het feit dat de Ver. v. C.L.G.I. de vorming
van één algemene vereniging voorstaat. Na deze woorden schorst hij de
vergadering om 13.00 uur.
4 a. Heropening
Bij de aanvang van het middaggedeelte van het openbaar gedeelte van de
Algemene Vergadering richt de voorzitter een speciaal woord van welkom
tot de spreker van deze dag Prof. Mr. P. de Haan en tot de voorzitters van
de N.L.F., de Ned. Ver. v. Fotogrammetrie, de Ver. v. C.L.G.I., de Ver. v.
Hypotheekbewaarders en het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius".
De voorzitter zegt het bijzonder op prijs te stellen dat de gasten gehoor
hebben gegeven aan de uitnodiging, om daarmee het bijzonder karakter van
deze 85e Algemene Vergadering te accentueren.
Tevens dankt hij de N.L.F. en de C.H.A. voor de door deze organisaties
aangeboden bloemstukken.
Uit een historische speurtocht van de voorzitter blijkt dat de problemen
bij de oprichting van de vereniging gelijk waren aan die van deze tijd. De ver
eniging staat op dit moment voor 3 belangrijke beslissingen.
1. Een beslissing ten departemente over de plaats van de Dienst van Ka
daster en Hypotheken bij het Ministerie van Financiën.
Hier ligt de beslissing buiten ons bereik.
2. Een uiteindelijke beslissing over de interne structuur van de Dienst.
De besluitvorming ligt bij dit facet naar wij aannemen in eerste instantie
bij de Directie Kad. en Hyp.
De vereniging kan nog deelnemen aan deze besluitvorming.
3. Een beslissing over de verenigingsstructuur. Hierbij ligt de beslissing
volledig bij de leden van deze vereniging.
Ten aanzien van de eerste beslissing blijkt in 1901 reeds gesproken te
worden over de oprichting van een afzonderlijke dienst van Kadaster en
Hypotheken bij een van de departementen van algemeen bestuur. Op de
realisatie van de 68 jaar oude motie, zij het in gemuteerde vorm, wordt nu
gewacht. Omtrent de tweede beslissing is in 1923 reeds een hevige discussie
over een splitsing in geodetische en administratieve diensten en het feit of
beide diensten bij de Belastingdienst thuis hoorden. En thans, bij een gesprek
over integratie van Landmeetkundige Dienst en Ruilverkavelingsdienst is
een gelijksoortig probleem aan de orde als in 1935, toen de districts-land-
meter onder een hoofd van bureau kwam te staan.
De strijd over deze onderwerpen is echter minder fel dan toen.
Ten aanzien van de reorganisatie van het verenigingsleven staan we voor
het moment een standpunt in te moeten nemen over het al of niet oprichten
van één ingenieursvereniging. De N.L.F. heeft bewezen, dat samenwerking
in breder verband kan leiden tot belangrijke wetenschappelijke uitingsvor
men ook een doel van de Ver. v. K. en L. maar heeft ook bewezen dat
een federatief verband nadelen kent.