5
vele kadastrale doeleinden zou komen te vervallen. Integendeel,
die taak zal in belang en omvang vermoedelijk zelfs nog toenemen.
Dit brengt mij op de doeleinden van het kadaster, over welker
ontwikkeling ik toch ook wel iets moet zeggen. Voor mijn gevoel is
deze ontwikkeling thans drieërlei. De eerste van de drie ontwikkelings
tendenties betreft inderdaad de omzetting van de Rijksgrondbe
lasting in een algemene gemeentelijke belasting op onroerend goed,
waarvoor ook de personele belasting en enkele thans bestaande
gemeentelijke belastingen op onroerend goed zullen moeten wijken.
Het ligt in de bedoeling deze algemene onroerend goed-belasting zo
wel van persoonlijk als zakelijk genotsgerechtigden te heffen, dus
mede van huurders en pachters. Weliswaar is de bedrijfsmatig ge-
exploiteerde cultuurgrond van deze belasting uitgezonderd vanwege
de daarop reeds drukkende waterschapslasten, maar deze uit
zondering geldt niet voor de woning, de tuin, de bedrijfsgebouwen
en het erf, behorend bij een agrarisch bedrijf 'j. Bovendien zit men
bij de waterschapslasten toch ook altijd nog met de vraag of men
de pachters moet gaan belasten 2)Een en ander doet de behoefte
aan een goede huurders- en pachtersregistratie toenemen en welke
instantie zou dat beter kunnen doen dan het kadaster, dat toch al de
zakenrechtelij ke grondslag voor elke onroerend goed-belasting moet
leveren? De aandrang van gemeenten en waterschappen in deze
richting zal m.i. steeds groter worden. Waarschijnlijk zou het zelfs
goed zijn de hele dienstverlening van het kadaster aan gemeenten
en waterschappen nog eens kritisch te gaan bekijken, m.n. ook wat
de functie van het gemeentekadaster betreft.
De tweede belangrijke ontwikkelingstendentie is die in de
richting van een kadastrale leidingendienst, welke gedachte momen
teel in de Studiecommissie Leidingenregistratie van de N.L.F.
verder wordt uitgewerkt, nadat zij reeds in een door deze commissie
gehouden enquête is geopperd3). Zo'n speciale dienst voor de
registratie van met name belangrijke en gevaarlijke leidingen zou
een essentiële taak verruiming voor het kadaster betekenen, ook al
zou in grotere gemeenten de uitvoering aan de gemeentelijke land
meetkundige diensten kunnen worden overgelaten. In ieder geval
zou de Rijksdienst zich met het ontwerpen van uniforme voor
schriften ook voor de inrichting en bijhouding van een leidingen
kadaster door de gemeenten moeten bezig houden, om over de
samenwerking met andere instanties van het leidingenwezen nog
maar niet te spreken. Al met al zou dit een boeiende ontwikkeling
kunnen worden, al vraagt men zich wel af, wie dit alles moet
betalen, nu het hier niet om belastingheffing doch hoogstens om de
b Zie M.v.T. bij het ontwerp 9538, p. 19.
2) Zie daarover o.m. mijn preadvies voor de Vereniging Agrarisch Recht,
gepubliceerd in De Pacht februari 1963, p. 53-61.
3) Zie over de uitslag van deze enquête en over verdere denkbeelden inzake
de leidingenregistratie laatstelijk mijn bijdrage Raakpunten van kadaster en
bouwrecht, in Bouwrecht juli/aug. 1969, p. 407-410.