73
kommunikatie binnen steeds grotere gehelen de voorwaarde is voor
de verbreding van de menselijke geestelijke horizon.
Ter verklaring van het verschijnsel arbeidsverdeling wordt veelal
verwezen naar de beperktheid van de mens, de eenling kan het niet
alleen af, hij moet samenwerking met anderen zoeken. Ik geef er de
voorkeur aan de nadruk enigszins anders te leggen om daardoor
van begin af aan het gevaar van een individualistische beschouwing
te vermijden. Ik zou de arbeidsverdeling in verband willen brengen
met het feit dat de volheid van menselijkheid en de volheid van
menselijke mogelijkheden niet gezocht moet worden in het menselijk
individu, maar in de mensheid.
Het menselijk individu is slechts mens in de samenleving met
medemensen, en de volheid van menselijkheid en van menselijke
mogelijkheden zal slechts gerealiseerd kunnen worden door een
gemeenschap die uiteindelijk alle mensen omvat, die als het ware
de hele mensheid verenigt tot één groot samenwerkend organisme.
Vanuit deze hypothese wordt het een vanzelfsprekendheid dat
intensieve arbeidsverdeling in steeds grotere menselijke gehelen
de voorwaarde is voor de ontwikkeling van grotere menselijke
mogelijkheden.
Vanuit deze gedachtengang volgt onmiddellijk een consequentie
die wij, bij het bekijken van de problemen die bij de voortgang van
de arbeidsverdeling optreden, voortdurend in het oog moeten
houden.
Specialisatie verliest haar zin als zij niet in dienst staat van de
ontwikkeling van grotere menselijke mogelijkheden voor de gehele
maatschappij waarin ze uitgeoefend wordt.
Als in meer primitieve maatschappijvormen aan bepaalde per
sonen de gelegenheid wordt gegeven zich geheel toe te leggen op de
kunst, de godsdienst en later de wetenschap, dan is de zin daarvan
niet, dat zij hun hobby of liefhebberij kunnen uitleven, maar dat zij
de cultuur van de samenleving in stand houden en ontwikkelen tot
een gemeenschappelijke cultuur waaraan alle gemeenschapsleden
op hun manier deel hebben.
De idee van l'art pour l'art, van de wetenschap als een privé-
bezigheid is een betrekkelijk late ontwikkeling die samenhangt met
het individualistische mensbeeld.
Daarom moet ook voor onze maatschappij als fundamentele
stelling gelden dat elke specialisatie zich waar moet maken door een
bijdrage te leveren voor datgene wat men wel aanduidt met het
algemeen welzijn en wat betekent voor de ontwikkeling van grotere
menselijke mogelijkheden voor allen. Ook al stel ik hier voorop dat
arbeidsverdeling en de daarmee gepaard gaande specialisatie de
weg vormt naar ontplooiing van meer menselijke mogelijkheden
dan is daar toch helemaal niet mee ontkend, integendeel, dat de
zaak problematische kanten heeft. Het is maar al te duidelijk dat
met de voortschrijdende arbeidsverdeling gevaren voor de ont
plooiing van echte menselijkheid optreden, waardoor datgene wat