74
door de arbeidsverdeling aan de ene kant gewonnen wordt, aan de
andere kant verloren dreigt te gaan. Vooreerst dreigt het gevaar dat
de mens de gevangene wordt van zijn specialisatie, dat hij praktisch
gereduceerd wordt tot een weliswaar intelligente, maar maatschap
pelijk blinde schakel in het maatschappelijk apparaat.
Het tweede gevaar is daarmee nauw verbonden en ik heb het
zojuist eigenlijk al aangegeven, nl. dat de samenleving dreigt te
verworden tot een apparaat dat niet meer door de mensen beheerst
wordt, maar dat de mensen beheerst. Een samenleving die een
apparaat wordt dat door de mensen als functionarissen bediend
wordt. Juist omdat beide dingen nauw met elkaar verbonden zijn
acht ik mij gerechtigd de problematiek aan te pakken langs één
kant, die van de gevaren die de maatschappij als menselijke samen
leving bedreigen.
De arbeidsverdeling is onproblematisch zolang de samenleving het
stabiele organische karakter van de traditionele maatschappij
heeft. Daar is het leven nog overzichtelijk en dat kunt u hierin
constateren dat het in die traditionele, stabiele, organische maat
schappij nog mogelijk is voor de intellectueel om het geheel van de
maatschappij te overzien. De problemen ontstaan met de ontwikke
ling van de moderne samenleving die hierdoor gekarakteriseerd is
dat zij de individuele mensen de vrijheid geeft om zowel op materieel
als geestelijk gebied iedere menselijke verrijking na te streven.
Zowel op materieel als geestelijk gebied heeft het liberalisme de
deur geopend voor een geweldige ontplooiing van menselijke
mogelijkheden die zich heel duidelijk aftekenen in onze snelle
economische, maar ook wetenschappelijke vooruitgang.
Het liberalisme was anderzijds echter door de individualistische
mensbeschouwing die eraan ten grondslag lag, de oorzaak dat de
mensen op den duur de controle over deze ontwikkeling gingen ver
liezen. Men veronderstelde bij deze arbeidsverdeling hetzelfde wat
men ook op economisch gebied uitdrukkelijk stelde nl. dat iedereen
voor zichzelf eenvoudigweg zijn welzijn kan nastreven en dat daar
door vanzélf het algemene welzijn of het welzijn voor allen gereali
seerd wordt, een veronderstelling waarvan de feiten bewezen
hebben dat ze niet uitkomt.
De situatie die nu ontstaan is, doordat de activiteit der mensen
zich voltrok zonder enige controle van een op de realisering van
gezamenlijke diepere menselijke doeleinden gericht denken, is de
volgende. De activiteit die u als ingenieur bijzonder bekend is
bestaat hierin dat middelen voor bepaalde omschreven doeleinden
gezocht en vervaardigd wordendeze activiteit wordt steeds verder
gerationaliseerd terwijl anderzijds aan de vraag van de rationaliteit
der doelstellingen waarvoor deze middelen worden gezocht nauwe
lijks aandacht wordt besteed.
Daardoor krijgen we de merkwaardige paradoxale situatie van
deze samenleving dat zij aan de ene kant steeds rationeler wordt
tot in alle onderdelen dringt de eis van doelmatigheid en efficiency